a
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat de papiergeleiders precies op de breedte van de enveloppen zijn
•
ingesteld. Wanneer de papiergeleiders te los of te nauw zijn ingesteld, kan dit
leiden tot onjuiste papierinvoer of papierstoringen.
2
Houd de envelop vast zoals in de afbeelding, voer deze
langzaam in met de te bedrukken zijde naar beneden totdat de
envelop de achterkant raakt.
Nadat u de envelop hebt geplaatst, wordt deze langzaam ingevoerd.
LET OP
Zorg dat u bij het laden van de enveloppen uw handen niet snijdt aan de
randen van de enveloppen.
BELANGRIJK
Voer de envelop recht in.
•
Als de enveloppen bij de hoeken zijn gekruld of gevouwen, strijkt u ze glad voordat
•
u ze laadt.
Op de achterkant van de envelop kunt u niet afdrukken.
•
b
Afdrukken op enveloppen
2
2-35