2
5
2-18
Afdrukken op normaal papier/zwaar papier/labels/transparanten
BELANGRIJK
Laat de transparanten of labels goed luchten voordat u ze in de printer plaatst. Als
•
ze onvoldoende zijn gelucht, kan dat leiden tot dubbele invoeren en
papierstoringen.
Bij transparanten moet u erop letten dat u ze bij de randen vasthoudt en niet bij het
•
afdrukgebied.
Zorg ervoor dat de af te drukken zijde van de transparanten vrij blijft van
•
vingerafdrukken, stof of vetvlekken. Hierdoor kan een slechte afdrukkwaliteit
ontstaan.
In de cassette kunt u alleen standaardlabels plaatsen. Labels anders dan de
•
standaardlabels plaats u in de handmatige invoersleuf.
Laad de stapel papier zo, dat de achterkant de papiergeleider
raakt.
LET OP
Zorg er bij het laden van het papier voor dat u uw handen niet snijdt aan de
randen van het papier.
BELANGRIJK
Zorg dat de papiergeleider in de juiste stand staat voor de enveloppen. Als dat niet
•
het geval is, kan dit leiden tot foutief invoeren.
Wanneer de randen van de stapel papier niet goed zijn uitgelijnd, kan dit leiden tot
•
invoer van twee of meer vellen papier tegelijk. Lucht de stapel papier goed en lijn
de randen van het papier in de stapel uit op een plat oppervlak.