Download Print deze pagina

Nikon D300 Gebruikershandleiding pagina 377

Advertenties

9 Bij het scherpstellen op de minimale scherpstelafstand met de AF 80–200mm
f/2.8, AF 35–70mm f/2.8, AF 28–85mm f/3.5–4.5 <Nieuw> of AF 28–85mm
f/3.5 – 4.5-lens op maximaal inzoomen, wordt de scherpstelindicator mogelijk
weergegeven wanneer het beeld op een mat scherm in de zoeker niet is
scherpgesteld. Stel handmatig scherp tot het beeld in de zoeker is
scherpgesteld.
10 Bij maximaal diafragma van f/5.6 of hoger (lager getal).
11 Sommige objectieven kunnen niet worden gebruikt (zie pagina 352).
12 Rotatiebereik van de AI 80–200mm f/2.8 ED wordt bij bevestiging op een statief
beperkt door de camerabody. Wanneer de AI 200–400mm f/4 ED op de camera
is bevestigd, kunnen geen filters worden verwisseld.
13 Als het maximale diafragma wordt opgegeven via [Niet-CPU-objectief ] (p. 196),
wordt de diafragmawaarde weergegeven in de zoeker en in het LCD-venster.
14 Kan alleen worden gebruikt als de brandpuntsafstand en het maximale
diafragma zijn opgegeven via [Niet-CPU-objectief ] (p. 196). Gebruik
spotmeting of centrumgerichte meting als niet het gewenste resultaat wordt
bereikt.
15 Voor een grotere nauwkeurigheid stelt u de brandpuntsafstand en het
maximale diafragma in via [Niet-CPU-objectief] (p. 196).
16 Kan worden gebruikt in de handmatige belichtingsstand bij sluitertijden van
1
meer dan
/
sec.
125
17 Belichting bepaald door voorinstelling objectiefdiafragma. In de automatische
belichtingsstand diafragmavoorkeuze stelt u het diafragma in door middel van
de diafragmaring voordat u AE-vergrendeling en lens-shift uitvoert. In de
handmatige belichtingsstand stelt u het diafragma in door middel van de
diafragmaring en bepaalt u de belichting voordat u lens-shift uitvoert.
18 Belichtingscorrectie is vereist in combinatie met de AI 28–85mm f/3.5–4.5, AI
35–105mm f/3.5–4.5, AI 35–135mm f/3.5–4.5 of AF-S 80–200mm f/2.8D.
Raadpleeg de handleiding van de teleconverter voor meer informatie.
19 Automatische tussenring PK-12 of PK-13 is vereist. Afhankelijk van de
camerastand is mogelijk de PB-6D vereist.
20 Gebruik een vooraf ingesteld diafragma. In de belichtingsstand
Diafragmavoorkeuze moet u het diafragma instellen via het objectief alvorens
de belichting te bepalen en de foto te maken.
• Voor de PF-4 repro-unit is een PA-4 camerahouder vereist.
n
351

Advertenties

loading