4
Kadreer, stel scherp en maak de foto.
De camera varieert de belichting en/of de flitssterkte per
opname, op basis van het geselecteerde
bracketingprogramma. Wijzigingen in de belichting worden
opgeteld bij wijzigingen die zijn aangebracht via
belichtingscorrectie (zie pagina 114), zodat het mogelijk is een
belichtingscorrectie van meer dan 5 LW toe te passen.
Terwijl bracketing van kracht is, wordt
een voortgangsaanduiding
weergegeven in het LCD-venster. Na
elke opname verdwijnt een deel van de
aanduiding.
Z
Stapgrootte
Stapgrootte
Stapgrootte
belichting:
belichting:
belichting:
0 LW
–1 LW
+1 LW
119