❚❚ Bracketing annuleren
U annuleert bracketing door de knop Fn ingedrukt te houden en
aan de hoofdinstelschijf te draaien totdat het aantal opnamen in
de bracketingserie op nul staat (
weergegeven in het LCD-venster boven op de camera. De
volgende keer dat u bracketing activeert, wordt het laatst
gebruikte programma hersteld. Bracketing kan ook worden
geannuleerd via een reset met twee knoppen (p. 182), hoewel in
dit geval het bracketingprogramma niet wordt hersteld wanneer u
bracketing later opnieuw activeert.
A
Belichtings- en flitsbracketing
In de stand Enkel beeld en in de zelfontspannerstand wordt één foto
gemaakt wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt. In de standen
Continu laag en Continu hoog wordt de opname onderbroken nadat het
aantal foto's is gemaakt dat is ingesteld in het bracketingprogramma. De
Z
opname wordt hervat wanneer de ontspanknop opnieuw wordt
ingedrukt.
Als de geheugenkaart vol is voordat alle foto's in de serie zijn gemaakt,
kan de opname worden hervat vanaf de volgende foto in de serie nadat u
de geheugenkaart hebt vervangen of foto's hebt verwijderd om ruimte
vrij te maken op de geheugenkaart. Als u de camera uitschakelt voordat
alle foto's in de serie zijn gemaakt, wordt bracketing hervat vanaf de
volgende foto in de serie nadat u de camera weer hebt ingeschakeld.
A
Belichtingsbracketing
De camera past de belichting aan door de sluitertijd en het diafragma
(geprogrammeerd automatisch), het diafragma (sluitertijdvoorkeuze) of
de sluitertijd (diafragmavoorkeuze, handmatige belichting) te variëren.
Als [Aan] is geselecteerd voor [ISO-gevoeligheid instellen] > [Inst autom
ISO-gevoeligheid] in het opnamemenu, varieert de camera automatisch
de ISO-gevoeligheid voor een optimale belichting wanneer de uiterste
waarden van het lichtmeetsysteem van de camera worden overschreden.
Persoonlijke instelling e6 ([Auto bracketing (M-stand)], p.
worden gebruikt om de methode voor belichtings- en flitsbracketing in
de handmatige belichtingsstand te wijzigen. Bracketing kan worden
uitgevoerd door zowel de flitssterkte als de sluitertijd en/of het diafragma
te variëren of door alleen de flitssterkte te variëren.
120
) en M niet meer wordt
298
) kan