A
Elektronische analoge belichtingsaanduidingen
De elektronische analoge belichtingsaanduidingen in het LCD-venster en
in de zoeker geven aan of de foto bij de huidige instellingen onder- of
overbelicht wordt. Afhankelijk van de optie die is gekozen voor
persoonlijke instelling b2 ([Stapgrootte inst. belichting], p. 275), wordt de
hoeveelheid onder- of overbelichting aangegeven in stappen van
1
/
LW of 1 LW. Als de uiterste waarden van het lichtmeetsysteem worden
2
overschreden, knippert de aanduiding.
Optimale belichting
LCD-venster
Zoeker
A
Lange tijdopnamen
Bij de sluitertijd A blijft de sluiter
geopend zolang u de ontspanknop ingedrukt
houdt. Gebruik deze stand om lange
tijdopnamen te maken van lichtsporen, de
sterrenhemel, nachtlandschappen of
vuurwerk. Nikon raadt aan een volledig
opgeladen EN-EL3e batterij of een optionele
EH-5a of EH-5 lichtnetadapter te gebruiken
om te voorkomen dat de camera wordt
uitgeschakeld terwijl de sluiter is geopend. Houd er rekening mee dat
lange belichtingen kunnen leiden tot ruis en afwijkende kleuren. Kies
[Aan] voor de optie [Ruisonderdr. lange sluitertijd] in het opnamemenu
(p. 262) voordat u de opname maakt.
A
Zie ook
Zie persoonlijke instelling f10 ([Aanduidingen omkeren], p. 310) voor
informatie over het omkeren van de elektronische analoge
belichtingsaanduiding.
Persoonlijke instelling b2 ingesteld op [1/3 stop]
Onderbelicht met
1
/
3
Overbelicht met meer dan
LW
Sluitertijd: 35 sec.
Diafragma: f/25
1
/
LW,
3
2 LW
Z
111