Voer de onderstaande stappen uit als u actieve D-Lighting wilt
gebruiken:
1
Selecteer [Actieve
D-Lighting].
Markeer [Actieve D-Lighting] in
het opnamemenu (p. 254) en
druk op 2.
2
Kies een optie.
Markeer [Uit], [Laag], [Normaal]
of [Hoog] en druk op J.
J
D
Actieve D-Lighting
Wanneer Actieve D-Lighting is ingeschakeld, daalt de capaciteit van het
buffergeheugen en is er meer tijd nodig om foto's op te slaan (p. 406).
Matrixmeting wordt aanbevolen (p. 100). Hoewel de belichting in feite
wordt verminderd om het verlies van details in hoge lichten en
schaduwen te voorkomen, worden hoge lichten, onderbelichte gebieden
en middentonen automatisch aangepast om te voorkomen dat de foto
wordt onderbelicht. De beeldinstellingsopties [Helderheid] en [Contrast]
(p. 151) kunnen niet worden aangepast als actieve D-Lighting is
ingeschakeld.
D
Het verschil tussen Actieve D-Lighting en D-Lighting
Met de optie [Actieve D-Lighting] in het opnamemenu wordt de
belichting vóór de opname aangepast voor een optimaal dynamisch
bereik. Met de optie [D-Lighting] in het retoucheermenu kan het
dynamische bereik in foto's ná de opname worden geoptimaliseerd.
166