BRANDSTOF
WAARSCHUWING
Als u een drukverschil vaststelt
(fluitend geluid terwijl u de dop
losdraait), laat uw voertuig dan
nakijken en/of repareren voor-
dat u er opnieuw mee rijdt.
4. Steek het pistool in de vulmond.
5. Vul rustig brandstof bij zodat de
lucht uit de tank kan ontsnap-
pen en vermijd dat de brandstof
terugstroomt. Let op dat u geen
brandstof morst.
6. Stop met tanken zodra de
brandstof de onderkant van de
vulmond bereikt. Nooit te veel
bijvullen.
WAARSCHUWING
Wis op het voertuig gemorste
brandstof onmiddellijk weg.
7. Draai de dop van de brandstof-
tank rechtsom volledig aan.
TYPISCH
1. Dop brandstoftank
WAARSCHUWING
Vul de brandstoftank nooit bij
voordat u het voertuig naar een
warme plaats verplaatst. Als de
temperatuur stijgt, gaat brand-
stof namelijk uitzetten waardoor
de tank kan overlopen.
86