RIJDEN MET UW VOERTUIG
Te doen voordat u de motor start (contact op AAN)
TE INSPECTEREN
ITEMS
Multifunctionele meter
Lichten
Brandstofpeil
Te doen nadat de motor is gestart
TE INSPECTEREN
ITEMS
Stuur
Schakelhendel
Keuzeschakelaar
2WD/4WD
Remmen
Motorstopschakelaar
RF D.E.S.S.-contact
Uitrusting
Kijk ook naar de weersomstandigheden om te beslissen welke kledij u
aantrekt. Kleed u op de laagste voorspelde temperatuur. Thermisch onder-
goed op de huid zorgt ook voor een goede isolatie. Belangrijk is dat de
bestuurder altijd een aangepaste beschermende kledij en uitrusting draagt,
onder meer een goedgekeurde helm, oogbescherming, laarzen, handschoe-
nen, een hemd met lange mouwen en een lange broek. Deze kledij zal u
beschermen tegen een aantal kleinere risico's die u onderweg kunt tegen-
40
Controleer de werking van de verklikkerlichtjes in de
multifunctionele meter (gedurende enkele seconden nadat het
contact op AAN staat).
Controleer of er meldingen voorkomen op de multifunctionele
meter.
Controleer of de koplampen en het achterlicht branden en schoon
zijn.
Controleer de werking van de dim- en grootlichten.
Controleer de werking van de remlichten.
Controleer het brandstofpeil.
Draai het stuur heen en weer om na te gaan of het stuur vrij kan
bewegen.
Controleer de werking van de schakelhendel (P, R, N, H en L).
Controleer de werking van de 2WD/4WD-keuzeschakelaar.
Rijd langzaam zowat een meter vooruit en test de remmen een
voor een uit. De remmen volledig inschakelen. De hendel en het
pedaal moeten naar hun oorspronkelijke stand terugkeren na het
loslaten.
Controleer de goede werking van de motorstopschakelaar.
Controleer of het D.E.S.S.-contact goed werkt door de
D.E.S.S.-sleutel uit het D.E.S.S.-contact te trekken voor het stoppen
van de motor.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
TE INSPECTEREN
TE INSPECTEREN