ONDERHOUDSPROCEDURES
Zekeringaansluitingen en
zekeringdoos 2
1. Zekeringaansluitingen
ZEKERINGDOOS 2
IDENTIFICATIE ZEKERINGAANSLUITING
1
Hoofdzekering
Zekering-
aansluitingen
2
IDENTIFICATIE ZEKERING IN
ZEKERINGDOOS 2
(Dynamic Power
Zekering
3
Steering of
dynamische
servostuurregeling)
Lichten
LET OP Verwijder altijd de
D.E.S.S.-sleutel uit het D.E.S.S.-
contact voordat u een kapotte lamp
vervangt.
118
16 awg
Ventilator/
16 awg
accessoires
DPS
40 A
Controleer na vervanging altijd of
het licht wel werkt.
Koplampen vervangen
OPMERKING
Raak het glas van
een halogeenlamp nooit met de
blote vingers aan, want dan gaat
deze minder lang mee. Als het
glas toch wordt aangeraakt, rei-
nig het dan met isopropanol, dat
op de lamp geen laagje achter-
laat.
Koppel de connector van de lamp
los.
Draai de lamp linksom om ze uit de
houder te schroeven.
Trek de lamp eruit.
Installeer de verwijderde onderde-
len opnieuw correct in de omge-
keerde volgorde dan waarin u ze
heeft verwijderd.
Controleer de werking van de kop-
lampen.
Achterlicht-/remlichtlamp
vervangen
Draai het achterlicht linksom om
het uit de houder te schroeven.