Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Proefdraaien; Draairichting Aan Standaanwijzing Controleren - AUMA SAEx 07.2 Bedieningsinstructies

Verberg thumbnails Zie ook voor SAEx 07.2:
Inhoudsopgave

Advertenties

SAEx 07.2 – SAEx 16.2 / SAREx 07.2 – SAREx 16.2 meld- en stuureenheid: elektromechanisch
Inbedrijfstelling (basisinstellingen)
10.6.

Proefdraaien

10.6.1.

Draairichting aan standaanwijzing controleren

Informatie
66
2.
Indien te ver werd gedraaid: afsluiter weer terugdraaien en tussenstand opnieuw
in de richting OPEN benaderen (gebruik bij het instellen van de tussenstand
dezelfde draairichting als later tijdens elektrisch bedrijf).
3.
Instelspindel [4] continu ingedrukt houden en met behulp van een
schroevendraaier in de richting van de pijl draaien, daarbij op wijzer [5] letten:
onder een duidelijk voelbaar en hoorbaar ratelen springt de wijzer [5] steeds
90° verder.
4.
Staat de wijzer [5] 90° voor punt [6]: dan alleen nog langzaam verder draaien.
5.
Springt de wijzer [5] naar het punt [6]: niet meer draaien en de instelspindel
loslaten.
De tussenstand in de richting OPEN is nu ingesteld.
6.
Indien te ver werd gedraaid (ratelen ná het omspringen van de wijzer): de
instelspindel in dezelfde richting verder draaien en de instelprocedure herhalen.
Pas als alle in het voorgaande beschreven instellingen zijn uitgevoerd mag met
proefdraaien worden begonnen.
Indien er een mechanische standaanwijzing aanwezig is, dan kan de draairichting
aan de standaanwijzing worden gecontroleerd. (Hoofdstuk <Draairichting aan
standaanwijzing controleren>)
Indien er geen mechanische standaanwijzing aanwezig is, dan kan de draairichting
aan de holle as/spindel worden gecontroleerd. (Hoofdstuk <Draairichting aan holle
as/spindel controleren>)
Beschadigingen aan de afsluiter in geval van een verkeerde draairichting!
Bij een verkeerde draairichting direct uitschakelen (STOP indrukken).
De oorzaak wegnemen, bijv. door bij de kabelset (wandbeugel) de fasevolgorde
te corrigeren.
Het proefdraaien herhalen.
Voor het bereiken van de eindstand uitschakelen.
1.
Aandrijving handmatig in de middenstand, resp. op voldoende afstand van de
eindstand bewegen.
2.
Aandrijving in de richting DICHT inschakelen en vervolgens de draairichting
aan de mechanische standaanwijzing observeren:
Bij mechanische standaanwijzing via pijlmarkering:
De draairichting is correct indien de aandrijving in de richting DICHT
beweegt en de symbolen ( / ) zich tegen de wijzers van de klok in
bewegen:
Afbeelding 76: Draairichting
ACExC 01.2 Intrusive
/
(bij de uitvoering "rechtsdraaiend sluiten")

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave