SAEx 07.2 – SAEx 16.2 / SAREx 07.2 – SAREx 16.2 meld- en stuureenheid: elektromechanisch
ACExC 01.2 Intrusive
6.5.2.
Kabels aansluiten
Tabel 23:
Dwarsdoorsneden aansluitkabels en aandraaimomenten klemmen
Omschrijving
Vermogenscontacten (U, V, W)
Aardebus (aansluiting) (PE)
Signaalcontacten (1 t/m 50)
1.
De aan te sluiten kabels ontmantelen en door de kabelwartels invoeren.
2.
Kabelwartels met het voorgeschreven draaimoment vastdraaien, zodat de
desbetreffende beschermingsgraad is gewaarborgd.
Informatie : Bij afgeschermde kabels: Het einde van de kabelafscherming via
de kabelwartel met de behuizing verbinden (aarden).
3.
Aders afstrippen.
4.
Bij flexibele kabels: eindhulzen (massakrimp) volgens DIN 46228 gebruiken.
5.
Kabels volgens het schakelschema (conform opdracht) aansluiten.
Bij verkeerd aansluiten: gevaarlijke spanning bij NIET aangesloten aardebus!
Elektrische schok mogelijk.
Alle aardingskabels aansluiten.
Aardebus op de externe aardingskabel van de aansluitkabel aansluiten.
Toestel uitsluitend met aangesloten aardingskabel inbedrijfstellen!
6.
Aardedraad op de aardebus (symbool:
Afbeelding 38: Aardebus (aansluiting) (PE)
[1]
Klembeugel voor aansluiting op aardebus
Dwarsdoorsneden aansluitkabels
max. 10 mm² (flexibel of massief)
max. 10 mm² (flexibel of massief)
max. 2,5 mm² (flexibel), of
max. 4 mm² (massief)
) vastdraaien.
Elektrische aansluiting
Aandraaimomenten
1,5 – 1,8 Nm
3,0 – 4,0 Nm
0,6 – 0,8 Nm
41