SAEx 07.2 – SAEx 16.2 / SAREx 07.2 – SAREx 16.2 meld- en stuureenheid: elektromechanisch
Elektrische aansluiting
6.3.2.
Kabels aansluiten
Hoe te werk te gaan
Informatie
Informatie
32
Tabel 19:
Dwarsdoorsneden aansluitkabels en aandraaimomenten
Omschrijving
Vermogenscontacten
(U1, V1, W1, U2, V2, W2)
Aardebus (aansluiting) (PE)
Stuursignaalcontacten
(1 tot 36, 37 tot 50)
Aansluitpunten voor
aardedraad in het tussenstuk
(door klant/contractor te
verzorgen)
1.
Verwijder over een lengte van 250 - 300 mm de mantel van de kabels.
2.
De aan te sluiten kabels door de kabelwartels invoeren.
3.
Kabelwartels met het voorgeschreven draaimoment vastdraaien, zodat de
desbetreffende beschermingsgraad is gewaarborgd.
Informatie : Bij afgeschermde kabels: Het einde van de kabelafscherming via
de kabelwartel met de behuizing verbinden (aarden).
4.
Aders afstrippen:
4.1 Stuursignaal-kabeladers (1...50) over een lengte van ca. 10 mm
4.2 Motor-kabeladers (U, V, W) over een lengte van ca. 12 mm
5.
Kabels volgens het schakelschema (conform order) aansluiten.
Afbeelding 27: Kabeladers op klemmenblok aansluiten
[1]
Bevestiging van stuursignaal-kabeladers met veerkrachtklemmen
[2]
Vastschroeven van vermogensklemmen
Elke veerkrachtklem beschikt boven de nummering over een testcontact voor
servicedoeleinden.
Bij flexibele kabels: voor schroefklemmen adereind-krimphulzen volgens DIN 46228
gebruiken. Bij veerkrachtklemmen is de aansluiting met of zonder adereindhulzen
mogelijk.
Dwarsdoorsneden aansluitkabels
flexibel of massief:
2
0,25 – 10,0 mm
(bij één ader per klem)
flexibel:
2
2 x 0,25 – 4 mm
(bij twee aders per klem)
flexibel of massief:
2
0,25 – 2,5 mm
(bij één ader per klem)
2
2 x 0,25 – 0,75 mm
(bij twee aders per klem)
2 x M6 voor kabeladers met ringtong of met
klembeugel voor max. twee aders met
2
2
1,5 mm
– 10 mm
ACExC 01.2 Intrusive
Soort aansluiting
Schroefklemmen
Aandraaimoment =
1,2 – 1,5 Nm
Veerkrachtklemmen
ringtong/klembeugel
Aandraaimoment = 3 – 4
Nm