5. Schuif de papiergeleiders voor de breedte net zover naar binnen totdat deze de stapel
Wacht totdat de printer gereed is met afdrukken voordat u Lade 1 (optioneel) sluit. Anders
VOORZICHTIG
kunnen papierstoringen ontstaan.
6. Als u afdrukt op speciaal afdrukmateriaal, zoals etiketten, enveloppen of zwaarder of
Enveloppen afdrukken vanuit Lade 1
U kunt vanuit Lade 1 verschillende soorten enveloppen afdrukken. Er kunnen maximaal 10
enveloppen in de lade worden geplaatst. De afdrukkwaliteit is afhankelijk van de soort
envelop.
In de software stelt u de marges in op ten minste 15 mm van de rand van de envelop.
Enveloppen met klemmetjes, vensters, binnenvoering, niet-bedekt plakmiddel of andere
VOORZICHTIG
synthetische materialen kunnen de printer zwaar beschadigen. Probeer nooit op beide zijden
van een envelop af te drukken om storingen en mogelijke beschadiging van de printer te
vermijden. Voordat u enveloppen laadt, moet u ervoor zorgen dat deze vlak en onbeschadigd
zijn en niet aan elkaar plakken. Gebruik geen zelfklevende enveloppen waarvan de
kleefstroken onder druk vastkleven. Verwijder geen enveloppen uit de lade en vul de lade
niet bij tijdens het afdrukken, omdat u hiermee papierstoringen kunt veroorzaken.
72
Hoofdstuk 4 Afdruktaken
afdrukmateriaal op zijn plaats houden zonder het materiaal te buigen. Het
afdrukmateriaal moet onder de lipjes op de breedtegeleiders passen.
?
lichter papier, opent u de onderklep aan de achterzijde van de printer (achteruitvoerbak).
Trek het verlengstuk van de lade uit.
NLWW