7. Druk op
8. Druk op
Aangepast papier voor Lade 1
Gebruik de instelling ELK FORMAAT wanneer het papier waarop u wilt afdrukken, niet
precies overeenkomt met het papierformaat dat is opgegeven in het document dat u afdrukt.
De printer probeert eerst papier te vinden dat precies overeenkomt met het document en
probeert vervolgens af te drukken vanuit de lade die is ingesteld op ELK FORMAAT of ELK
SOORT.
Gebruik de instelling ELK AANGEPAST wanneer het formaat van het papier waarop u wilt
afdrukken, niet precies overeenkomt met het papierformaat dat is opgegeven in het
document dat u afdrukt. De printer probeert een formaat te vinden dat precies overeenkomt.
Wanneer er geen formaat wordt gevonden dat precies overeenkomt met het aangepaste
formaat dat is opgegeven, probeert de printer de lade te vinden die is ingesteld op ELK
AANGEPAST. Uiteindelijk drukt de printer af vanuit een lade die is ingesteld op ELK FORM.
Het instellen van aangepast papier bestaat uit twee stappen. Nadat u beide stappen hebt
uitgevoerd, wordt op het uitleesvenster opnieuw het menu PAPIERVERWERKING
weergegeven. Wanneer een aangepast formaat voor een lade is ingesteld, blijft deze
instelling behouden totdat u de instelling wijzigt in het bedieningspaneel.
1
2
Maateenheid
1. Druk op
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
X-afmeting
De X-afmeting is de breedte van de pagina zoals deze wordt ingevoerd.
1. Druk op
2. Druk op
68
Hoofdstuk 4 Afdruktaken
om de papiersoort te selecteren.
M
om terug te keren naar de status Gereed.
ENU
?
X-afmeting
Y-afmeting
om MAATEENHEID te markeren.
om MAATEENHEID te selecteren.
of
om de gewenste maateenheid te markeren.
om de instelling te selecteren.
om X-GROOTTE te markeren.
om X-GROOTTE te selecteren.
y
y
x
NLWW