11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op
14. Druk op
15. Druk op
16. Druk op
Opmerking
De eerste serie van vier series getallen vormt de standaardinstellingen. Elke serie getallen
geeft een byte aan informatie weer en heeft een bereik van 0 tot 255.
17. Druk op
18. Druk op
19. Herhaal stap 17 en 18 totdat het gewenste subnetmasker is opgegeven.
20. Druk op
21. Druk op
De syslog server instellen
1. Druk op
2. Druk op
3. Druk op
4. Druk op
5. Druk op
6. Druk op
7. Druk op
8. Druk op
9. Druk op
10. Druk op
11. Druk op
12. Druk op
13. Druk op
14. Druk op
15. Druk op
16. Druk op
De eerste serie van vier series getallen vormt de standaardinstellingen. Elke serie getallen
Opmerking
geeft een byte aan informatie weer en heeft een bereik van 0 tot 255.
17. Druk op
18. Druk op
NLWW
om HANDMATIG te markeren.
om HANDMATIG te selecteren.
om HANDM. INST. te markeren.
om HANDM. INST. te selecteren.
om STANDAARDGATEWAY te markeren.
om STANDAARDGATEWAY te selecteren.
of op
om het getal te verhogen of te verlagen voor de eerste byte van de
standaardgateway.
om naar de volgende serie getallen te verspringen. (Druk op
vorige reeks getallen te gaan.)
om de standaardgateway op te slaan.
M
om terug te keren naar de status Gereed.
ENU
M
om naar MENU'S te gaan.
ENU
om Apparaat configureren te markeren.
om Apparaat configureren te selecteren.
om I/O te markeren.
om I/O te selecteren.
om EIO X te markeren.
om EIO X te selecteren.
om TCP/IP te markeren.
om TCP/IP te selecteren.
om CONFIG.METHODE te selecteren.
om HANDMATIG te markeren.
om HANDMATIG te selecteren.
om HANDM. INST. te markeren.
om HANDM. INST. te selecteren.
om SYSLOG SERVER te markeren.
om SYSLOG SERVER te selecteren.
of op
om het getal te verhogen of te verlagen voor de eerste byte van de
standaardgateway.
om naar de volgende serie getallen te verspringen. (Druk op
vorige reeks getallen te gaan.)
om naar de
om naar de
Netwerkconfiguratie
57