7.8
Aanpassingen in de T4C-software
7.8.1
Toevoegen van de Cosmix P aan T4C
7.8.2
Toevoegen van een voersoort
7-12
Gebruik T4C voor deze procedure.
1. Controleer of alle voersoorten beschikbaar zijn in T4C.
2. In de navigatiebalk selecteer:'Configuration' > 'Devices'.
3. Selecteer het tabblad 'Cosmix'.
4. Klik op de knop [Add].
5. Vul het formulier in.
•
De apparaatnaam is de naam van het apparaat. Gebruik een
duidelijke naam.
•
Het adres van het apparaat moet zich binnen een bepaald bereik
bevinden.
Selecteer de plaats.
•
•
Voer het serienummer in.
•
Selecteer het aantal voersoorten.
Selecteer de voersoort bij elk nummer.
•
•
Selecteer 'Robot Feed' om te voorkomen dat een koe gevoerd
wordt bij het krachtvoerstation wanneer ze bijna gemolken moet
worden.
6. Klik op de knop [Save].
Gebruik T4C voor deze procedure.
1. Ga naar pagina Data Entry > Libraries.
2. Selecteer het tabblad 'Feed types'.
3. Klik op de knop [Add].
4. Vul het formulier in.
5. Klik op de knop [Save].
Maak voersoorten aan voor alle voersoorten in het krachtvoerstation,
zelfs als deze hetzelfde zijn als op de melkrobot. Op deze manier
kunnen automatische voertabellen de verdeling tussen de melkrobot en
het krachtvoerstation beheren.
Gebruik voor de duidelijkheid overzichtelijke en herkenbare (afgekorte)
namen die zowel het apparaat als de voernaam/ingrediënten bevatten.
Bijvoorbeeld: "RB1 energiekrachtvoer" voor energiekrachtvoer dat ook
wordt geleverd door robot 1.
TESTEN EN AFSTELLEN