Overzicht van de bedieningstoetsen
Bovenpaneel
1
2
u
t
s
r
q
p
1 MAIN OUT-regelaar
Past het volume van alle uitgangssignalen aan.
Past de geluidssterkte van de weergave via de [OUT1-2/MASTER/
ASSIGNABLE OUT]-aansluitingen, [OUT3-8/ASSIGNABLE OUT]-
aansluitingen en [PHONES]-aansluiting aan.
2 DRIVE-regelaar
Past de drivewaarde van het analoge filter aan.
= Het analoge filter gebruiken (p. 15 )
3 OVER-indicator
Licht op wanneer audio met een buitensporig volumeniveau wordt
ingevoerd.
4 LOW PASS CUTOFF-regelaar
Past de grens van het laagdoorlaatfilter aan.
= Het analoge filter gebruiken (p. 15 )
5 LOW PASS RESONANCE-regelaar
Past de resonantie van het laagdoorlaatfilter aan.
= Het analoge filter gebruiken (p. 15 )
6 HIGH PASS CUTOFF-regelaar
Past de resonantie van het hoogdoorlaatfilter aan.
= Het analoge filter gebruiken (p. 15 )
7 ACTIVE-knop
Zet het analoge filter aan en uit.
= Het analoge filter gebruiken (p. 15 )
8 USB STOP/WAKE UP-knop
USB STOP: Als deze minimaal 2 seconden wordt ingedrukt, kan het
USB-apparaat worden losgekoppeld van het apparaat.
= Losmaken van USB-apparaten (p. 6 )
WAKE UP: Annuleert de automatische ruststand.
= Omtrent de automatische ruststandfunctie (p. 44 )
3
4
5
6
o
7
n
m
9 USB-aansluitbus
Hierop kunt u USB-apparatuur aansluiten.
= Aansluiten van USB-apparaten (blz. 6 )
a USB-aanduiding
Dit licht op en knippert wanneer dit apparaat communiceert met het
USB-apparaat.
= Aansluiten van USB-apparaten (blz. 6 )
b HOME-knop
Geeft het HOME-scherm weer op het aanraakscherm.
c BACK-toets
Het scherm keert terug naar de laag erboven.
= Bediening met hardware (p. 27 )
d Draaiknop
Als de draaiknop wordt gedraaid bij het selecteren van een project,
muziekstuk, in te stellen item, enz. wordt de focus verplaatst. Druk op
de draaiknop om de selectie in te voeren.
e Aanraakscherm
Geeft verschillende informatie weer.
f Parameterafstelknoppen
Past de parameters aan die overeenkomen met de
parameterafstelknoppen.
= De staptoetsen parameterafstellingsknoppen gebruiken (p. 14 )
g SCENE-knop
Schakelt de scène-overschakelmodus in of uit.
= De scène veranderen (p. 12 )
h PATTERN-knop
Schakelt de patroonoverschakelmodus in of uit.
= Het patroon veranderen (p. 12 )
8
l
k
9
a
b
c
d
e
f
g
h
i
j
7
Nl