4 SELECTION START
Stelt het startpunt van het selectiebereik in.
! Dit kan niet worden bediend tijdens opnames.
5 SELECTION END
Stelt het eindpunt van het selectiebereik in.
! Dit kan niet worden bediend tijdens opnames.
6 MONITOR LEVEL
Past het volume aan voor meeluisteren tijdens opname en bewerken.
Dit kan worden ingesteld van 0 tot 127. De standaard is 100. Dit ver-
andert de balans (trackvolume, panning, hoofdtelefoonbalans, enz.)
die met de mixer, enz. is ingesteld, niet. Het relatieve volume kan van
hieruit worden afgesteld.
! Dit kan ook worden bediend tijdens opnames.
7 REC
Start stand-by voor ingangopname.
Als u hierop tikt wordt stand-by gestart, en de opname start als het
ingangssignaal groter is dan [REC THRESHOLD].
! Als [REC THRESHOLD] UIT is, schakelt de status naar opname
(aan) op het moment dat dit wordt aangetikt.
Niet stand-by (uit)
In stand-by (knipperend)
Als opnemen wordt opgenomen in de status waarin een sample al
is toegewezen, wordt de golfvorm overschreven en wordt de sample-
naam rechtsboven de [RECORDED TEMP.]-aanduiding.
SAVE CHANGES
Slaat het geselecteerde bereik op als sample.
Een pop-up met een naam, een oplopend ingevoerd getal en een softwaretoetsenbord verschijnen, zodat u een naam kunt toewijzen.
De opslagbestemming is TORAIZ/Samples/Saved/[Project name].
1 CANCEL
Sluit het pop-upscherm zonder iets op te slaan.
34
Nl
8 SOFT LIMITER
9 EDIT
Aan het opnemen (aan)
a BAR
b BPM
1
2
Een limiter kan worden toegepast op het ingangsgeluid.
! Standaard is UIT.
Als u hierop tikt wordt de EDIT-lijst weergegeven.
Stelt de lengte (aantal maten) van de sample in. De waarde van BAR
varieert afhankelijk van de waarde die hier is ingesteld.
Stelt de BPM van de sample in. De waarde van BPM varieert afhan-
kelijk van de waarde die hier is ingesteld.
3