Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Welch Allyn Propaq LT Gebruiksaanwijzing pagina 157

Verberg thumbnails Zie ook voor Propaq LT:
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruiksaanwijzing
Tabel 12. Specificatie: ECG (vervolg)
Methode voor middeling van
HF
Toegestane afwijking (AAMI-
spec. EC13
Indicatie weergave pacingpuls Als de pacerindicator AAN is, wordt op het scherm de pacerindicator (verticale
Detectie pacingpuls (waarvoor
monitor een verticale
stippelmarkering in trace
weergeeft)
Afkeuring van pacingpulsen
Grenswaarde voor detectie
van minimale slew rate van
pacingpulsdetector.
Duur ECG-trace
Ventriculaire bigeminie (VB)
Langzame afwisselende VB
Snelle afwisselende VB
Systole in twee richtingen
1 mV ventriculaire tachycardie 197 tot 198 slagen/min (verwacht: 206 slagen/min)
2 mV ventriculaire tachycardie 193 tot 197 slagen/min (verwacht: 195 slagen/min)
HF = 60/(laatste gemiddelde interval in seconden)
Hogere HF: laatste gem. interval = 7/8 (vorig gem. interval) + 1/8 (laatste interval).
Lagere HF: laatste gem. interval = 3/4 (vorig gem. interval) + 1/4 (laatste interval).
De overgangsfrequenties voor de keuze van de formule zijn inclusief hysteresis en
bedragen 70 en 80 slagen/min.
80 slagen/min weergegeven voor 80 slagen/min ECG plus afwijkende golfvorm
-
2002, 4.2.6.3)
stippelmarkering) weergegeven; het pacemakersignaal wordt altijd weergegeven, mits
de amplitude toereikend is.
Pulsen = ± 3,2 mV tot ± 700 mV @ 0,1 ms en ± 2 mV tot ± 700 mV @ 0,2 tot 2 ms (alle
waarden met of zonder overschrijding) in een rustige elektrische omgeving. De
drempelwaarden worden automatisch dusdanig aangepast dat zich herhalende
omgevingsruis wordt onderdrukt. De pacingdetector is van invloed op de gekozen QRS,
ook al is de pacingweergave uitgeschakeld.
Circa 95% van de pacemakerpulsen die zich binnen het detectiebereik voor
pacingpulsen bevinden, telt niet mee als hartslag*, al dan niet met AAMI (EC 13
staart van 4, 8, 15, 25, 50, 75 of 100 ms vervaltijd met een constante waarde, waarvan
de staartamplitude voldoet aan de criteria van ofwel methode A ofwel methode B van
EC 13 voor enkelvoudige pacingpulsen, of opeenvolgende A
250 ms afstand), conform AAMI-test 4.1.4.1 en 4.1.4.2.
* Weigert overschrijdingen volgens methode B gedurende
[pulsbreedte] x [pulsamplitude] < 3 x 10
2,5 V/sec RTI, conform EC13:2002, 4.1.4.3
3 seconden in enkelvoudige of dubbele trace-weergave
6 seconden trapsgewijs
Reactie op onregelmatig ritme (AAMI-specificatie EC13
78 tot 82 slagen/min (verwacht: 80 slagen/min)
57 tot 65 slagen/min (verwacht: 60 slagen/min)
118 tot 123 slagen/min (verwacht: 120 slagen/min)
88 tot 93 slagen/min (verwacht: 90 slagen/min)
Specificaties
-
V-pulsen (150 ms en
-4
V-sec.
-
2002, 4.1.2.1, onderdeel e.)
153
-
2002)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave