Hoofdstuk 14: Definitie van gebruikelijke trainingstermen
Lactaatdrempel > 1 mM
1. De vermogenoutput of trainingsintensiteit waarbij het bloedlactaat gelijk is aan 1 mM boven de
basiswaarde in rusttoestand. 2. Een trainingsintensiteit die gekenmerkt wordt als moeilijk. 3. Het
middelpunt van de lactaatdrempelzone. 4. Een trainingsintensiteit die gedurende 1 tot 2 uur kan
worden volgehouden.
Lactaatdrempel 4 mM
1. De vermogenoutput of trainingsintensiteit bij een bloedlactaatniveau van 4 mM of 2 tot 3 mM boven
de basiswaarde. 2. Een trainingsintensiteit die gekenmerkt wordt als erg moeilijk. 3. De bovenste grens
van de lactaatdrempelzone. 4. Een trainingsintensiteit die gedurende 30 minuten tot 1 uur kan worden
volgehouden.
Genormaliseerde intensiteit
1. De intensiteit genormaliseerd t.o.v. een andere factor, zoals lichaamsgewicht of aerodynamische
weerstand. Voor een persoon van 70 kg zou 300 Watt bijvoorbeeld voorgesteld worden als 4,3 Watt
per kg.
Maximumzone
1. Een extreme of maximale intensiteitszone. 2. Op een EMI-schaal van 1 tot 10 komt de intensiteit
overeen met een 9 of 10, m.a.w. "heel erg moeilijk" tot "maximaal". 3. Op een EMI-schaal van 6 tot
20 komt de intensiteit overeen met een 18 tot 20, m.a.w. "heel erg moeilijk" tot "maximaal". 4. Een
trainingsintensiteit die het lichaam zijn maximale capaciteit om zuurstof te verbruiken doet bereiken
(d.i. een trainingsintensiteit die uw VO2 max doet bereiken). 5. Een extreme of maximale inspanning
die tussen 2 en 8 minuten of gemiddeld 4 minuten kan worden volgehouden.
Pagina gebruikersgids Joule™ 3.0 80