Pagina 1
CycleOps Joule™ 3.0 Gebruikershandleiding Pagina gebruikersgids Joule™ 3.0 1 The Leader in Power.
Pagina 2
Handelsmerken Saris Cycling Group, Inc., Joule™ 2.0, Joule™ 3.0, CycleOps, het CycleOps-logo, PowerTap en het PowerTap- logo zijn allemaal gedeponeerde handelsmerken van Saris Cycling Group, Inc. Alle andere product-, merk- of handelsnamen die in deze handleiding vermeld worden, zijn mogelijk handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.
Hoofdstuk 1: Van start gaan Hartelijk dank voor uw aankoop van de CycleOps Joule™ 3.0, de eerste fietscomputer voor renners die met vermogen trainen. Deze gebruikersgids is slechts één van de hulpmiddelen om u te helpen alle functies te begrijpen die de Joule™...
Opmerking: De Joule™ 3.0 is niet compatibel met snelheid/cadans- combinatiesensors, de kabelversie van PowerTap en niet-ANT+ PowerTap-modellen, zoals de SL 2.4. Bovendien is de Joule™ 3.0 compatibel met de onderstaande CycleOps-producten: PowerTap 2.4+-, Elite+-, Pro+-, SL+- en SLC+-vermogenmeters PowerBeam Pro-trainer...
Hoofdstuk 1: Van start gaan De CycleOps Joule™ 3.0 monteren De Joule™ 3.0 wordt geleverd met twee verschillende beugels. De indoorfietsbeugel is speciaal ontworpen voor de CycleOps-indoorfietsen, terwijl de standaardbeugel op om het even welk stuur of stang gebruikt kan worden. Indoorfietsbeugel Standaardbeugel Pagina gebruikersgids Joule™...
Hoofdstuk 1: Van start gaan De CycleOps Joule™ 3.0 op uw indoorfiets monteren De Joule™ 3.0 moet met de indoorfietsbeugel gemonteerd worden als hij op een indoorfiets gebruikt wordt. De indoorfietsbeugel laat u toe om de Joule™ 3.0 te kantelen voor een optimale kijkhoek.
Hoofdstuk 1: Van start gaan De CycleOps Joule™ 3.0 monteren met behulp van de standaardbeugel De standaardbeugel kan in de richting van de stang of het stuur gemonteerd worden voor gebruik op om het even welk stuur of stang. De beugel is vooraf gemonteerd voor de stangrichting.
Pagina 10
Hoofdstuk 1: Van start gaan De CycleOps Joule™ 3.0 monteren met behulp van de standaardbeugel Voor de stuurrichting wijzigt u de standaardbeugel van de vooraf gemonteerde stangrichting. 1. Verwijder de schroef die de on- 2. Steek de schroef door de 3.
OPMERKING: De Joule™ 3.0 is compatibel met elke ANT+-compatibele hartslagriem. De CycleOps-hartslagriem bevat een door de gebruiker vervangbare CR2032-batterij met een levensduur van drie jaar, indien de riem één uur per dag gebruikt zou worden. Na het vervangen van de sensorbatterij moet de Joule™...
Hoofdstuk 1: Van start gaan Batterij opladen De Joule™ 3.0 wordt gevoed door een door de gebruiker vervangbare lithium-ionbatterij die met de meegeleverde USB-kabel en een computer opgeladen kan worden. Een lader van 5VDC 400mA kan ook gebruikt worden (niet meegeleverd). Een volledig opgeladen batterij kan ongeveer gedurende 60 uur gebruikt worden, voordat ze opnieuw moet worden opgeladen.
Hoofdstuk 1: Van start gaan De MicroSD-kaart installeren De Joule™ 3.0 biedt 4 MB intern geheugen voor het opslaan van activiteiten, de historie en trainingen. Activiteitenbestanden worden groter met de rittijd, maar een rit van één uur komt ongeveer overeen met 150 KB, historiebestanden bedragen altijd 1 KB (1000 historiebestanden = 1 MB) en trainingsbestanden worden ook groter met de trainingslengte, maar een training met 500 segmenten bedraagt ongeveer 50 KB.
Hoofdstuk 1: Van start gaan Navigatieoverzicht CycleOps Joule™ 3.0 Er zijn drie knoppen en twee [JOYSTICKS] om de Joule™ 3.0 te bedienen. Om u te helpen de Joule™ 3.0 te bedienen en deze handleiding te gebruiken, worden vetgedrukte letters gebruikt om de aandacht te trekken op menu-items zoals deze op het scherm worden weergegeven.
Hoofdstuk 1: Van start gaan Navigatieoverzicht CycleOps Joule™ 3.0 Displaybewerkingen Knop Functie [JOYSTICK] Druk links/rechts Beweeg binnen een scherm of wijzig scherm Druk omhoog/omlaag Beweeg binnen een scherm of scrol omhoog/omlaag over het scherm Kortstondig indrukken Wijzig de meeteenheden in het dashboard, wijzig de...
De Joule™ 3.0 slaat drie soorten bestanden in het geheugen op: activiteiten, trainingen en historie. Activiteitenbestanden bevatten seconde per seconde ritgegevens voor analyse op een pc of een Mac met software zoals CycleOps PowerAgent. Historiebestanden bevatten uitsluitend samenvattingsgegevens en worden door de Joule™ 3.0 gebruikt om gemiddelden, maxima en totalen voor de rapporten te berekenen.
Hoofdstuk 1: Van start gaan Een rit pauzeren, opslaan en/of verwijderen Een rit kan op elk moment gepauzeerd worden. De Joule™ 3.0 wordt automatisch uitgeschakeld wanneer hij langer dan de ingestelde slaapstandtijd gepauzeerd blijft. Lees pagina 64 voor meer informatie over het wijzigen van de slaapstandtijd. 1.
Pagina 18
Hoofdstuk 1: Van start gaan Een rit pauzeren, opslaan en/of verwijderen Wanneer u een rit stopt en opslaat, wordt er een historiebestand voor die rit aangemaakt. Historiebestanden worden gebruikt om gemiddelden, maxima en totalen voor rapporten te berekenen. “Stop and save” (Stoppen en opslaan) reset alle gegevens in het dashboard. 1.
Pagina 19
Hoofdstuk 1: Van start gaan Een rit pauzeren, opslaan en/of verwijderen Een rit kan op elk moment verwijderd worden. Als een rit verwijderd wordt, wordt er geen historiebestand aangemaakt. 1. Houd [MODE] ingedrukt om naar het scherm 2. Beweeg de [JOYSTICK] omhoog/omlaag om “Ride paused”...
Hub Battery Low [Hubbatterijniveau laag]: Geeft aan dat het niveau van de hubbatterij van de CycleOps PowerTap laag is. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de CycleOps PowerTap om de hubbatterij te vervangen. Finding [Bezig met zoeken]: Geeft aan dat de Joule™ 3.0 geactiveerde sensors probeert te vinden.
Hoofdstuk 2: Dashboardmodus De dashboardmodus gebruiken De Joule™ 3.0 beschikt over vier displaybedieningsmodi: dashboard, rapporten, activiteiten en menu, aangegeven door de titelbalk. Opmerking: Nadat de modus gedurende vijf seconden in de titelbalk is weergegeven, wordt de dagtijd weergegeven. Druk kortstondig op [MODE] om naar de dashboardmodus te switchen.
Hoofdstuk 2: Dashboardmodus De dashboardmodus gebruiken De dashboardmodus geeft de huidige ritgegevens weer. De modus geeft zes meetgegevens weer die eenvoudig aangepast kunnen worden. Het gedetailleerde overzicht geeft extra meetgegevens weer met betrekking tot de geselecteerde meetgegevens in het dashboard. Geselecteerde meeteenheid Gedetailleerd overzicht 1.
Hoofdstuk 2: Dashboardmodus Dashboardcategorieën Elke dashboardcategorie bestaat uit drie meetgegevens. Er zijn twaalf beschikbare dashboardca- tegorieën. Houd de [JOYSTICK] ingedrukt om de categorie van de meeteenheden te wijzigen die in the dashboard wordt weergegeven. Category Metric 1 Metric 2 Metric 3 watts average watts maximum watts...
Hoofdstuk 3: Intervallen Intervallen De intervallen kunnen zowel in de activiteiten- als in de dashboardmodus bekeken worden. Intervallen zijn nuttig om ritgegevens van een bepaald ritonderdeel te bekijken, zoals een heuvel of andere heel intense ritmomenten. 1. De intervallen kunnen op elk moment tijdens de rit en vanaf om het even welke modus opgestart worden. Druk kortstondig op de [INTERVAL]-knop.
Hoofdstuk 4: Rapportenmodus De rapportenmodus gebruiken De Joule™ 3.0 beschikt over vier displaybedieningsmodi: dashboard, rapporten, activiteiten en menu, aangegeven in de titelbalk. Opmerking: Nadat de modus gedurende vijf seconden in de titelbalk is weergegeven, wordt de dagtijd weergegeven. Druk kortstondig op de [MODE]-knop om van dashboard- naar rapportmodus te gaan.
Pagina 26
Hoofdstuk 4: Rapportenmodus De rapportenmodus gebruiken De Joule™ 3.0 stelt acht rapporten voor met een eenvoudige vergelijking tussen de huidige rit en de historie van de gemiddelden, zodat de gegevens in hun context bekeken kunnen worden. Elk rapport bevat drie kolommen. De eerste kolom bevat de meeteenheid, de tweede kolom bevat de gegevens voor een bepaalde meeteenheid gedurende de huidige rit en de derde kolom bevat het gemiddelde van alle voltooide ritten in de geselecteerde periode.
Hoofdstuk 4: Rapportenmodus Rapportdetails De Joule™ 3.0 stelt acht rapporten voor met een eenvoudige vergelijking tussen de rit en de historie van de gemiddelden, zodat de gegevens in hun context bekeken kunnen worden. Voor meer informatie kunt u terecht op de pagina's 31-32, hoofdstuk Rapportdefinities, voor een verklaring van alle meetgegevens in de rapporten.
Pagina 28
Hoofdstuk 4: Rapportenmodus Rapportdetails Voor meer informatie kunt u terecht op pagina 33, hoofdstuk Rapportdefinities, voor een verklaring van alle meetgegevens in de rapporten. 3. Arbeidsrapport: Belangrijke meetge- 4. Piekvermogenrapport: Volledige tabel gevens om de geleverde arbeid in cijfers van piekvermogengegevens om de uit te drukken, zoals de Training Stress ritintensiteit aan te geven op basis van Score (TSS) en de Intensity Factor (IF) van...
Pagina 29
Hoofdstuk 4: Rapportenmodus Rapportdetails Voor meer informatie kunt u terecht op de pagina's 34-35, hoofdstuk Rapportdefinities, voor een verklaring van alle meetgegevens in de rapporten. 5. Tijd-in-vermogenzonesrapport: 6. Tijd-in-hartslagzonesrapport: Bestede Bestede tijd in fysiologisch relevante tijd in fysiologisch relevante hartslagzones vermogenzones in absolute minuten in absolute minuten en als een percentage en als een percentage van de rittijd.
Pagina 30
Hoofdstuk 4: Rapportenmodus Rapportdetails Voor meer informatie kunt u terecht op pagina 36, hoofdstuk Rapportdefinities, voor een verklaring van alle meetgegevens in de rapporten. 7. Klimrapport: Gedetailleerde klimgegevens, 8. Piekrapport: Aantal versnellingen tijdens zoals totale geklommen of gedaalde hoogte, een rit van meer dan 4, 6, 8 en 10 Watt per kilogram.
Hoofdstuk 4: Rapportenmodus Rapportdefinities Samenvattingsrapport Rittijd De rittijd wordt gedefinieerd als de tijd die u in beweging bent. Opmerking: de gestopte tijd kan inbegrepen worden als de modusinstellingen gewijzigd worden van snelheidsmetingcontrole naar hartslagmetingcontrole. MI/KM De ritlengte van start tot finish, gemeten in kilometer of mijl. 1.
Pagina 32
Hoofdstuk 4: Rapportenmodus Rapportdefinities Vermogendetailrapport AV WATTS 1. Gemiddeld vermogen tijdens een rit. 2. Een gebruikelijke eenheid onder wielrenners om inspanning of intensiteit uit te drukken. Opmerking: De gemiddelde berekening kan de nullen al dan niet meetellen (bestede tijd met uitrijden of zonder gebruik van vermogen) naargelang de instelling van de Joule™. Standaard worden de nullen meegeteld.
Hoofdstuk 4: Rapportenmodus Rapportdefinities Arbeidsrapport en piekvermogenrapport 1. 1000 Joule™s. 2. Een energie-eenheid die gelijk is aan de geleverde arbeid door een kracht van 1000 Newton over een afstand van 1 meter. 3. Een meeteenheid van mechanische energie of de vrijgekomen energie wan- neer een kracht op een voorwerp of een lichaam wordt uitgeoefend.
Hoofdstuk 4: Rapportenmodus Rapportdefinities Tijd-in-zonesrapport Trainingszones 1. Discrete zones of intervallen specifiek voor een bepaalde energie of fysiologisch systeem. Van korte, maximale inspanningen tot lange, maximale inspanningen, deze energiesystemen volgen een continuüm van anaerobische naar aerobische metabolische paden. Gebruikelijke referentiepunten voor dit continuüm zijn onder meer het vermogen bij het bereiken van de lactaatdrempel en het vermogen bij het bereiken van VO2 max.
Pagina 35
Hoofdstuk 4: Rapportenmodus Rapportdefinities Tijd-in-zonesrapport... vervolg Racetempozone (Zone 4) 1. Een extreem moeilijke of extreme intensiteitszone. 2. Op een EMI-schaal van 1 tot 10 komt de intensiteit overeen met een 7 of 8, m.a.w. “erg moeilijk” tot “heel erg moeilijk”. 3. Op een EMI-schaal van 6 tot 20 komt de intensiteit overeen met een 16 tot 18, m.a.w.
Hoofdstuk 4: Rapportenmodus Rapportdefinities Klim- en piekenrapport M/FT GAIN De totale verticale afstand in voet of meter die u over een bepaalde gefietste afstand hebt afgelegd of geklommen. AV% GRADE De stijging of verticale hoogtewinning, gedeeld door het traject of de horizontale afgelegde afstand, vermenigvuldigd met 100 (stijging ÷...
Hoofdstuk 5: Trainingen Trainingen gebruiken De Joule™ 3.0 beschikt over vier displaybedieningsmodi: dashboard, rapporten, activiteiten en menu, aangegeven door de titelbalk. Opmerking: Nadat de modus gedurende vijf seconden in de titelbalk is weergegeven, wordt de dagtijd weergegeven. Druk kortstondig op de [MODE]-knop om van dashboardmodus naar rapportenmodus naar activiteitenmodus te switchen.
Pagina 38
De Joule™ 3.0 stelt twee soorten trainingen voor: handmatig en opgeslagen, die allebei in de activiteitenmodus beheerd worden. Handmatige trainingen kunnen uitsluitend met een CycleOps 400 Pro-indoorfiets of een PowerBeam Pro-trainer uitgevoerd worden. Opgeslagen trainingen worden met behulp van de PowerAgent-software aangemaakt en naar de Joule™ 3.0 getransfereerd.
Hoofdstuk 5: Trainingen Handmatige trainingen met de CycleOps 400 Pro-indoorfiets gebruiken De gestuurde weerstandstechnologie die op de CycleOps 400 Pro-indoorfiets wordt aangeboden, maakt het mogelijk om de trainingsintensiteit precies te beheren door de doelhelling of een specifieke vermogenoutput in te stellen.
Hoofdstuk 5: Trainingen Handmatige trainingen met de CycleOps PowerBeam Pro-trainer gebruiken De gestuurde weerstandstechnologie die op de CycleOps PowerBeam Pro-trainer wordt aange- boden, maakt het mogelijk om de trainingsintensiteit precies te beheren door de doelhelling of een specifieke vermogenoutput in te stellen.
Pagina 42
Hoofdstuk 5: Trainingen Handmatige trainingen met de CycleOps PowerBeam Pro-trainer gebruiken... vervolg 6. Druk kortstondig op de [RESISTANCE JOYSTICK] om het weerstandstype van “Target power” (Doelvermogen) naar “Target slope” (Doelhelling) te wijzigen. De helling meet het stijgingspercentage van uw gesimuleerde klim. Voor de helling kunt u een waarde tussen 0 en 10 kiezen.
Hoofdstuk 5: Trainingen Opgeslagen trainingen met de CycleOps 400 Pro-indoorfiets gebruiken Trainingen kunnen in de PowerAgent-software aangemaakt worden en op de Joule™ opgeslagen worden voor gebruik op de 400 Pro-indoorfiets. Het voordeel van opgeslagen trainingen t.o.v. handmatige trainingen is dat de weerstand automatisch gewijzigd wordt naargelang de opgesla- gen tijd of afstand van elk segment.
Pagina 44
Hoofdstuk 5: Trainingen Opgeslagen trainingen met de CycleOps 400 Pro-indoorfiets gebruiken... vervolg De helling meet het stijgingspercentage van uw gesimuleerde klim. Voor de helling kunt u een waarde tussen 0 en 25 kiezen. Hoe hoger het cijfer, hoe steiler de helling die u aan het beklimmen bent. In de hellingsmodus zorgt de 400 Pro voor de weerstand van de geselecteerde helling, ongeacht met welke snelheid u fietst.
Hoofdstuk 5: Trainingen Opgeslagen trainingen met de CycleOps PowerBeam Pro-trainer gebruiken Trainingen kunnen in de PowerAgent-software aangemaakt worden en op de Joule™ opgeslagen worden voor gebruik op de PowerBeam Pro-trainer. Het voordeel van opgeslagen trainingen t.o.v. handmatige trainingen is dat de weerstand automatisch gewijzigd wordt naargelang de opgeslagen tijd of afstand van elk segment.
Pagina 46
Hoofdstuk 5: Trainingen Opgeslagen trainingen met de CycleOps PowerBeam Pro-trainer gebruiken... vervolg De helling meet het stijgingspercentage van uw gesimuleerde klim. Voor de helling kunt u een waarde tussen 0 en 10 kiezen. Hoe hoger het cijfer, hoe steiler de helling die u aan het beklimmen bent. In de hellingsmodus zorgt de PowerBeam Pro voor de weerstand van de geselecteerde helling, ongeacht met welke snelheid u fietst.
Hoofdstuk 5: Trainingen Een training pauzeren, opslaan of verwijderen Een training kan, net zoals elke rit, gepauzeerd, opgeslagen of verwijderd worden. 1. Houd [MODE] ingedrukt om naar het scherm “Ride Paused” (Rit gepauzeerd) te gaan. 2. Beweeg de [JOYSTICK] omhoog/omlaag om “Pause, Stop and Save Workout” (Training pauzeren, stoppen en opslaan) of “Stop and Delete Workout”...
4. Beweeg de [JOYSTICK] omhoog/omlaag om het gewenste “Sensor Type” (Sensortype) te selecteren. Voor hubs van de CycleOps PowerTap Plus series drukt u kortstondig op de [JOYSTICK] en selecteert u “Add PowerTap” (PowerTap toevoegen). Voor CycleOps Pro Series-indoorfietsen selecteert u “Add IC Power” (IC Power toevoegen).
Pagina 49
Hoofdstuk 6: Sensors Vermogensensors instellen... vervolg Menu Menu Report Report PowerSensor1 Power Sensor Activate Sensor > > Select Sensor Start Pairing > > - PowerSensor1 > > Name: > PowerSensor1 Sensor ID: > > Add PowerTap > 00000 > Add IC Power >...
Hoofdstuk 6: Sensors Handmatige nulzetting van de vermogensensor Net zoals bij een keukenweegschaal is het mogelijk dat vermogensensors een compensatie oplopen die op nul gezet moet worden. Dit kan gebeuren door grote temperatuurschommelingen die het vermogen beïnvloeden, waardoor zelfs tijdens het uitrijden vermogen wordt weergegeven. Menu Report Calibration...
Hoofdstuk 6: Sensors Cadanssensors instellen De Joule™ 3.0 is compatibel met talrijke ANT+-cadanssensors, die allemaal een unieke code hebben. De Joule™ 3.0 moet met elke sensor gekoppeld worden om correct te kunnen functioneren. Eenmaal wanneer ze zijn ingesteld, kunnen de sensors met behulp van de PowerAgent-software bediend worden.
Hoofdstuk 6: Sensors Snelheidssensors instellen De Joule™ 3.0 is compatibel met ANT+-snelheidssensors, die allemaal een unieke code hebben. De Joule™ 3.0 moet met elke sensor gekoppeld worden om correct te kunnen functioneren. Eenmaal wanneer ze zijn ingesteld, kunnen de sensors met behulp van de PowerAgent-software bediend worden.
Hoofdstuk 6: Sensors Hartslagsensors instellen De Joule™ 3.0 is compatibel met ANT+-hartslagsensors, die allemaal een unieke code hebben. De Joule™ 3.0 moet met elke sensor gekoppeld worden om correct te kunnen functioneren. Eenmaal wanneer ze zijn ingesteld, kunnen de sensors met behulp van de PowerAgent-software bediend worden.
Weerstandsunitsensors instellen De Joule™ 3.0 is compatibel met de elektronische CycleOps-weerstandseenheden (RU) op de CycleOps 400 Pro-indoorfiets en de PowerBeam Pro-trainer. Om hen te kunnen koppelen, moeten elektronische CycleOps-weerstandseenheden ingesteld worden voor koppeling door hen gedurende 5 seconden af te koppelen en daarna opnieuw aan te sluiten.
Als u een vermogenmeter gebruikt, zoals de PowerTap, dan kunt u een handmatige kalibratie Reset to Defaults > Hold for (sec): Sensor ID uitvoeren om uw CycleOps PowerBeamTM Pro-trainer nauwkeuriger te kalibreren. Opmerking: Sensor ID Current Speed: De vermogenmeter moet met de Joule™ 3.0 gekoppeld zijn, voordat u de handmatige kalibratie >...
Hoofdstuk 6: Sensors Uitrijkalibratie van de CycleOps PowerBeam Pro-trainer De weerstandsunit van de CycleOps PowerBeam Pro wordt in de fabriek gekalibreerd. Zo kan de unit nauwkeurig vermogen meten met behulp van een gelijkaardige technologie als die van een PowerTap. De rolweerstand wordt in elke afzonderlijke weerstandsunit gekalibreerd, maar kan variëren naargelang het bandentype, de bandendruk, de klemdruk en andere omstandigheden.
Pagina 57
> Pair New Sensor > Manual Calibration Back < Back > Tor ue Offset Hoofdstuk 6: Sensors Uitrijkalibratie van de CycleOps PowerBeam Pro-trainer... vervolg Menu Menu Report Report Roll Down Calibration > Pedal to 18-22 MPH Roll Down > Manual >...
> Workouts > History PowerTest > Hoofdstuk 7: De CycleOps Joule™ 3.0 instellen Preferences > > Setup > Sensors > Main Datum en tijd instellen < De datum en de tijd van de Joule™ 3.0 kunnen ingesteld worden met behulp van de PowerAgent- Exit Menu software >...
Hoofdstuk 7: De CycleOps Joule™ 3.0 instellen Het display instellen Het display van de Joule™ 3.0 kan aangepast worden naargelang uw weergavevoorkeuren. De PowerAgent-software kan ook gebruikt worden om instellingen te wijzigen. 1. Druk kortstondig op [MODE] totdat de menumodus wordt weergegeven.
Pagina 61
04:55 pm Clock Format: C ock For at: > > 12 24 > Automatic DST: > HR ones Hoofdstuk 7: De CycleOps Joule™ 3.0 instellen > > Pair New Sensor Back < > DST Effecti e: > > Clock Format: Het display instellen...
Pagina 62
Fe Mar Time: Ti e: 04:55 pm Clock Format: C ock For at: > Hoofdstuk 7: De CycleOps Joule™ 3.0 instellen > 12 24 > Automatic DST: > HR ones > > Pair New Sensor Back < > DST Effecti e: Het display instellen...
Hoofdstuk 7: De CycleOps Joule™ 3.0 instellen Het geheugen instellen De Joule™ 3.0 beschikt over 4 MB intern geheugen voor het opslaan van activiteiten, de historie en trainingen. Lees Hoofdstuk 1: Gegevensbeheer voor meer informatie. Menu Report Menu End Ride Time (min):...
Hoofdstuk 7: De CycleOps Joule™ 3.0 instellen De Joule™-modus instellen Menu Report CPU Mode > > Record Control Speed > Sleep Time: > > > Power Avg (sec): > > Power Zeros: > With > Cadence Avg (sec): > >...
Hoofdstuk 7: De CycleOps Joule™ 3.0 instellen De Joule™-gegevens instellen De firmwareversie geeft de revisie aan die voor de Joule™ 3.0 van toepassing is. Bezoek www.cycleops.com voor de laatste versie. Menu Report CPU Data > Firmware Version: > 01:00 >...
Hoofdstuk 8: De gebruiker instellen Het gebruikersprofiel instellen Een gebruikersprofiel instellen is belangrijk, omdat de Joule™ 3.0 zo de meest nauwkeurige informatie kan weergeven. Met behulp van de PowerAgent-software kunt u een gebruikersprofiel instellen en beheren. Opmerking: Als u de Joule™ 7,62 cm een groepsomgeving gebruikt, dan zullen de gebruikersgegevens op een USB-stick opgeslagen worden.
Pagina 67
Hoofdstuk 8: De gebruiker instellen Het gebruikersprofiel instellen... vervolg Menu Report Menu Report Power Zones Heart Rate Zones > > Zone Zone Upper Limit Upper Limit > > 1: Recovery 1: Recovery > > > > 2: Endurance 2: Endurance >...
Hoofdstuk 9: Historie Vorige ritten Dankzij de historie van vorige ritten kunt u om het even welke geselecteerde rit vergelijken met gemiddelden over 2, 4 of 8 weken tot 6 of 12 maanden voor de geselecteerde rit. Opmerking: In de gemiddelden wordt de geselecteerde rit niet meegeteld. 1.
Hoofdstuk 9: Historie Maximahistorie Dankzij de maximahistorierapporten kunt u de behaalde maximumwaarden in een geselecteerde periode vergelijken met de behaalde gemiddelden in diezelfde periode. 1. Druk kortstondig op [MODE] totdat de menumodus wordt weergegeven. 2. Beweeg de [JOYSTICK] omhoog/omlaag om “History (Historie) te selecteren. 3.
Hoofdstuk 9: Historie Totalenhistorie Dankzij de totalenhistorierapporten kunt u de behaalde totalen in een geselecteerde periode vergelijken met de behaalde gemiddelden in diezelfde periode. 1. Druk kortstondig op [MODE] totdat de menumodus wordt weergegeven. 2. Beweeg de [JOYSTICK] omhoog/omlaag om “History (Historie) te selecteren. 3.
Hoofdstuk 10: Problemen met de CycleOps Joule™ 3.0 oplossen Bezoek www.cycleops.com voor de meest recente FAQ's. Geen weergave op het computerscherm · De computer is in slaapstand – Druk op [MODE] of [INTERVAL] om de computer te activeren. · De computer is te koud - bedrijfstemp. ligt tussen 0 en 43 °C (32 tot 110 graden Fahrenheit).
WAARSCHUWING: Raadpleeg altijd eerst uw arts, voordat u een trainingsprogramma start of wijzigt. Voorzorgsmaatregelen: • Blijf naar de weg kijken. Laat u niet te veel afleiden door het display van de CycleOps Joule™ 3.0. • Wij raden u aan om u eerst in stilstand met de computerfuncties vertrouwd te maken.
Pagina 73
Hoofdstuk 11: Belangrijke voorzorgsmaatregelen Waarschuwingen m.b.t. de batterij: • Laad de batterij op bij een temperatuur tussen 0 en 45 °C. • Dompel de batterij niet in water of zeewater onder en bewaar de batterij in een koele, droge omgeving wanneer u ze niet gebruikt. •...
Pagina 74
Hoofdstuk 11: Belangrijke voorzorgsmaatregelen USB-stick Als de Joule™ 3.0 voor meerdere gebruikers thuis, in de club of in het fitnesscenter gebruikt wordt, bestaat er een accessoirekit voor meerdere gebruikers waarmee u op om het even welke USB-stick die u bij de hand hebt gegevens, gebruikersprofielen en instellingen kunt opslaan. FCC-verklaring van overeenstemming: Verklaring van overeenstemming voor FCC en voor Industrie Canada: “Dit apparaat voldoet aan Industrie Canada en Deel 15 van de FCC-voorschriften.
Hoofdstuk 12: Technische specificaties voor de CycleOps Joule™ 3.0 KENMERKEN: Joule™ 3.0 KENMERKEN: Joule™ 3.0 Afmetingen van de unit, BxHxD: 90 mm breed, 86,4 mm hoog, 32,5 mm diep Genormaliseerd vermogen Displaygrootte, BxH: 3,0 inches (76,2 mm diagonaal) Temperatuur Displayresolutie, BxH:...
Hoofdstuk 13: Garantie van de CycleOps Joule™ 3.0 De CycleOps Joule™ 3.0 wordt aan de oorspronkelijke retailklant gegarandeerd geen materiaal- en fabricagedefecten te hebben. De garantiedekking is uitsluitend geldig voor de oorspronkelijke koper op vertoon van het aankoopbewijs. Elektronica - 1 jaar Deze garantie is niet geldig voor: 1.
Hoofdstuk 14: Definitie van gebruikelijke trainingstermen Absolute intensiteit 1. De werkelijke intensiteitswaarde. Bijvoorbeeld 300 Watt, 175 slagen per minuut of een 7 op een EMI- schaal van 1 tot 10. Hoeksnelheid 1. De snelheid waarmee een voorwerp ronddraait. 2. Hoe snel iets ronddraait in hoekeenheden per tijdseenheid, zoals graden per seconde.
Hoofdstuk 14: Definitie van gebruikelijke trainingstermen Kracht 1. Een vectorgrootheid die een versnelling van een lichaam produceert in de richting van de uitoefening ervan. 2. Duwen. 3. De hoeveelheid druk die op de pedalen of de achterhub wordt toegepast. 4. Een meeteenheid van sterkte.
Pagina 79
Hoofdstuk 14: Definitie van gebruikelijke trainingstermen Kilocalorie of Kcal 1. 1000 calorieën. 2. Een energie-eenheid die gelijk is aan de energie die nodig is om de temperatuur van 1 kilogram of liter water met 1 °C te doen stijgen. 3. Een meeteenheid voor de hoeveelheid energie in voedingswaren.
Pagina 80
Hoofdstuk 14: Definitie van gebruikelijke trainingstermen Lactaatdrempel > 1 mM 1. De vermogenoutput of trainingsintensiteit waarbij het bloedlactaat gelijk is aan 1 mM boven de basiswaarde in rusttoestand. 2. Een trainingsintensiteit die gekenmerkt wordt als moeilijk. 3. Het middelpunt van de lactaatdrempelzone. 4. Een trainingsintensiteit die gedurende 1 tot 2 uur kan worden volgehouden.
Pagina 81
Hoofdstuk 14: Definitie van gebruikelijke trainingstermen Periodisering 1. Een training of raceprogramma in afzonderlijke perioden opdelen, waarin verschillende belangrijke eigenschappen voor de algemene prestatie van een wielrenner ontwikkeld worden. 2. Het idee dat trainingsaanpassingen geoptimaliseerd worden door perioden van harde arbeid die de gemiddelde trainingsbelasting die de atleet gewoon is, overstijgen, gevolgd door perioden van lichte arbeid of herstel die onder de gemiddelde trainingsbelasting liggen die de atleet gewoon is.
Hoofdstuk 14: Definitie van gebruikelijke trainingstermen Ervaren mate van inspanning 1. De score van inspanning of intensiteit van een persoon op een schaal van 1 tot 10, waarbij 1 gelijk staat aan rust en 10 aan een maximale of extreme inspanning. 2. De score van inspanning of intensiteit van een persoon op een schaal van 6 tot 20, waarbij 6 gelijk staat aan rust en equivalent moet zijn aan een hartslag in rusttoestand van 60 slagen per minuut en waarbij 20 gelijk staat aan een maximale inspanning of een hartslag van 200 slagen per minuut.
Hoofdstuk 14: Definitie van gebruikelijke trainingstermen Uitputting of respons 1. Een indirecte meting van de trainingsintensiteit, zoals de cardiovasculaire (d.i. hartslag), metabolische of psychologische respons op een gegeven vermogenoutput. 2. Een meting van de totale trainings- belasting of geleverde arbeid die gebaseerd is op de respons van een persoon op een training of een oefeningenreeks i.p.v.
Pagina 84
Hoofdstuk 14: Definitie van gebruikelijke trainingstermen VO2 Max 1. De maximale hoeveelheid zuurstof die een persoon kan verbruiken en verwerken, gemeten in liter zuurstof per minuut (absoluut) of in milliliter zuurstof per minuut per kilogram lichaamsgewicht (genormaliseerd op basis van lichaamsgewicht). 2. De bovenste grens van aerobische stofwisseling. 3.