Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 6: Sensors
Cadanssensors instellen
De Joule™ 3.0 is compatibel met talrijke ANT+-cadanssensors, die allemaal een unieke code hebben.
De Joule™ 3.0 moet met elke sensor gekoppeld worden om correct te kunnen functioneren.
Eenmaal wanneer ze zijn ingesteld, kunnen de sensors met behulp van de PowerAgent-software
bediend worden. Opmerking: Sommige vermogensensors hebben geen afzonderlijke cadanssensor
nodig om de cadansgegevens weer te geven.
1. Druk kortstondig op [MODE] totdat de menumodus wordt weergegeven.
2. Druk kortstondig op de [JOYSTICK] om "Sensors" te selecteren.
3. Beweeg de [JOYSTICK] omhoog/omlaag om "Cadence Sensor" (Cadanssensor) te selecteren. Druk kortstondig op de
[JOYSTICK] om uw selectie te bevestigen.
4. Beweeg de [JOYSTICK] omhoog/omlaag om "Add New Sensor" (Nieuwe sensor toevoegen) te selecteren. Druk kort-
stondig op de [JOYSTICK] om uw selectie te bevestigen.
5. Zorg ervoor dat de cadanssensor geactiveerd is en minstens 65 voet/20 meter van andere actieve sensors verwijderd
is. Draai aan de kruk om de cadanssensor te activeren.
6. Druk kortstondig op de [JOYSTICK] om "Start Pairing" (Koppeling starten) te selecteren. Het koppelen kan tot 60
seconden duren. Eenmaal wanneer de koppeling met succes voltooid is, zal de sensor-ID weergegeven worden.
7. Beweeg de [JOYSTICK] omhoog/omlaag om "Name" (Naam) te selecteren. Druk kortstondig op de [JOYSTICK] om
"Name" (naam) te selecteren en de naam van de gekoppelde cadanssensor te wijzigen. Druk kortstondig op de [JOYSTICK]
om de wijzigingen op te slaan.
8. Beweeg de [JOYSTICK] omhoog/omlaag om "Activate Sensor" (Sensor activeren) te selecteren. Druk kortstondig op de
[JOYSTICK] om uw selectie te bevestigen. Opmerking: De actieve sensor wordt aangeduid met een kardinaalteken naast
de sensornaam in de sensorlijst. Wanneer u cadanssensors verwisselt, zorg er dan voor dat u de juiste sensor activeert.
9. Eenmaal wanneer een sensor gekoppeld en geactiveerd is, zal de Joule™ 3.0 de actieve sensor automatisch vinden
telkens wanneer deze wordt ingeschakeld. Andere cadanssensors met andere ID's zullen genegeerd worden. Eernmaal
wanneer de sensor gekoppeld is, kunt u hem binnen hetzelfde gebied gebruiken als andere sensors zonder risico het
verkeerde signaal op te pikken. Opmerking: Na het vervangen van de batterij veranderen de meeste cadanssensors van
ID, waardoor de sensor opnieuw met de Joule™ gekoppeld moet worden.
Pagina gebruikersgids Joule™ 3.0 51
Advertenties
Inhoudsopgave
