Instrumenten
(vervolg)
Basishandelingen
U kunt de verschillende functies van uw voertuig
bedienen en instellen met behulp van de
interfacedraaiknop en de knoppen op het
middenpaneel en/of de schakelaars op de
handgreep links. Bepaalde functies kunt u echter
niet met de schakelaars/interfacedraaiknop op
het middenpaneel bedienen terwijl het voertuig
rijdt.
Een gewenste menu-instelling selecteren
Bedienen met de interfacedraaiknop op het
middenpaneel:
Draai aan
(interfacedraaiknop) of beweeg
in een van de acht mogelijke richtingen om
een beschikbare optie te selecteren.
Interfacedraaiknop
28
Bedienen met de 4-wegtoets op de handgreep
links:
Druk op
/
/
/
om een beschikbare
optie te selecteren. In sommige menu's kunt u
alleen de functies omhoog en omlaag gebruiken.
4-wegtoets
Uw selectie instellen
Bedienen met de interfacedraaiknop op het
middenpaneel:
ENTER
Druk op
(
) om uw selectie in te
stellen.
Bedienen met de 4-wegtoets op de handgreep
links:
ENT
Druk op de schakelaar
in het midden van
de 4-wegtoets om uw selectie in te stellen.
ENTER
ENT
(
) Interfacedraaiknop
Het instellingenmenu afsluiten
Terugkeren naar het vorige scherm:
Druk op de knop
(terug) op het
middenpaneel of op de schakelaar
op de handgreep links.
Terugkeren naar het beginscherm:
Druk op de knop
(Home) op het
middenpaneel of op de schakelaar
op de handgreep links.
-knop (terug)
-schakelaar (Home)
-knop (Home)
-schakelaar (terug)
schakelaar
(terug)
(Home)