Standaardonderhoud
Inspectie voor het rijden
Met het oog op de veiligheid bent u
verantwoordelijk om een controle voor het rijden
uit te voeren en alle vastgestelde problemen te
corrigeren. Een controle voor het rijden is een
must, niet alleen met het oog op de veiligheid,
maar omdat pech, of zelfs een lekke band, een
aanzienlijk ongemak kan betekenen.
Controleer het volgende voordat u op uw
voertuig stapt:
●
Brandstofniveau - Vul de brandstoftank
wanneer dit nodig is.
P. 136
2
●
Gashendel - Controleer of de gashendel in alle
stuurstanden goed opent en sluit.
●
Motoroliepeil - Vul indien nodig motorolie bij.
Inspecteer op lekken.
P. 171
2
●
Koelvloeistofpeil - Vul indien nodig koelvloeistof
bij. Inspecteer op lekken.
P. 175
2
●
Remmen − Werkingscontrole;
Voor en achter: controleer het remvloeistofpeil
en de remblokken op slijtage.
P. 177, P. 178
2
●
Lichten en claxon - Controleer de lichten,
indicatoren en claxon op juiste werking.
●
Motorstopschakelaar - Controleer op juiste
werking.
P. 56
2
●
Koppeling − Controleer het
GL1800/B
koppelingsvloeistofpeil.
P. 182
●
Zijstandaard met ontstekingsblokkering -
2
Controleer op juiste werking.
●
Wielen en banden - Controleer de staat, de
bandenspanning en pas indien nodig aan.
P. 161
2
P. 181
2
P. 180
2
155