Oververhitting (controlelampje hoge koelvloeistoftemperatuur brandt)
De motor is oververhit wanneer zich het
volgende voordoet:
●
Indicator hoge koelvloeistoftemperatuur gaat
branden.
●
Het 6e segment (H) van de
koelvloeistoftemperatuurmeter knippert.
●
De acceleratie wordt traag.
Als dit gebeurt, moet u veilig aan de kant van de
weg parkeren en de volgende procedure
uitvoeren.
Langdurig versneld stationair draaien kan ertoe
leiden dat de indicator hoge
koelvloeistoftemperatuur gaat branden.
Ook kan het ertoe leiden dat het 6e segment (H)
gaat knipperen.
LET OP
Doorrijden met een oververhitte motor kan ernstige
beschadiging van de motor veroorzaken.
1. Schakel de motor uit en draai de
contactschakelaar naar
190
2. Controleer of de koelluchtventilator werkt en
draai de contactschakelaar naar
Als de koelluchtventilator niet werkt:
Ga uit van een defect. Start de motor niet.
Breng uw voertuig naar uw dealer.
Als de ventilator werkt:
Laat de motor afkoelen met de
contactschakelaar in de stand
3. Inspecteer de radiateurslang op lekkage na
het afkoelen van de motor.
In geval van lekkage:
Start de motor niet. Breng uw voertuig naar
uw dealer.
4. Controleer het koelvloeistofniveau in het
expansiereservoir.
u
Vul indien nodig koelvloeistof bij.
5. Als de controle van punt 1 - 4 normaal is,
kunt u blijven doorrijden maar moet u de
koelvloeistoftemperatuurmeter nauwlettend
in de gaten houden.
(On).
P. 53
2
(Off).
(Off).
P. 175
2
P. 175
2