Olie eindaandrijving
Olie van de eindaandrijving
controleren
1. Zet het voertuig recht overeind op een
stevige, horizontale ondergrond.
2. Verwijder de dop van de olievulopening en
de O-ring.
3. Controleer het oliepeil. Het oliepeil moet
gelijk zijn met de onderrand van de
olievulopening.
Dop olievulopening
Onderrand
Olie eindaandrijving toevoegen
Als het oliepeil van de eindaandrijving laag is,
controleer dan op lekken. Vul de aanbevolen olie
voor de eindaandrijving bij (
2
onderrand van de opening.
176
1. Giet de olie voor de eindaandrijving in de
olievulopening tot aan de onderrand van de
opening.
Vul niet tot boven de onderrand van de
u
olievulopening.
Zorg ervoor dat er geen vreemde
u
voorwerpen in de olievulopening kunnen
terechtkomen.
Verwijder gemorste olie onmiddellijk.
u
2. Monteer een nieuwe O-ring op de
olievuldop. Draai de olievuldop vast.
Aanhaalmoment: 8 Nm (0,8 kgf·m)
Verversen van olie van
eindaandrijving
1. Zet het voertuig recht overeind op een
stevige, horizontale ondergrond.
O-ring
2. Plaats een opvangbak onder de aftapbout.
3. Verwijder de dop van de olievulopening, de
O-ring, de aftapbout en de afdichtring om de
olie af te tappen.
4. Monteer een nieuwe afdichtring op de
aftapbout. Draai de aftapbout vast.
Aanhaalmoment: 12 Nm (1,2 kgf·m)
P. 160) tot aan de
Dop olievulopening
O-ring
Onderrand
Afdichtring
Aftapbout
5. Vul de eindaandrijving met de aanbevolen
olie.
P. 160
2
Vereiste olie: 140 cm
3
6. Controleer het oliepeil. Het oliepeil moet
gelijk zijn met de onderrand van de
olievulopening.
7. Monteer een nieuwe O-ring op de
olievuldop. Draai de olievuldop vast.
Aanhaalmoment: 8 Nm (0,8 kgf·m)
8. Controleer op olielekkage.