Stapvoets rijden
(vervolg)
!e
Om met het voertuig naar achteren te rijden,
houdt u de terugschakelknop (-) ingedrukt
en laat u vervolgens de remmen los.
Om met het voertuig naar voren te rijden,
houdt u de opschakelknop (+) ingedrukt en
laat u vervolgens de remmen los.
u
Het voertuig blijft vooruit of achteruit
rijden zolang u deze knop ingedrukt
houdt.
u
Als de opschakelknop (+) (vooruit) wordt
ingedrukt, verschijnt "F" op de
versnellingsstandindicator.
Als de terugschakelknop (-) (achteruit)
wordt ingedrukt, verschijnt "R" op de
versnellingsstandindicator.
u
Het kan een paar seconden duren voordat
het voertuig in beweging komt.
u
Als u het voertuig bedient in de modus
voor stapvoets rijden, moet u op het
voertuig zitten in uw normale zithouding.
u
Als de motor wordt gestopt in de modus
voor stapvoets rijden, wordt de koppeling
ontkoppeld. Hierdoor verliest het voertuig
abrupt tractie.
126
u
Druk in de modus voor stapvoets rijden
niet op de motorstopschakelaar, tenzij in
noodgevallen. Hierdoor verliest het
voertuig abrupt tractie.
Opschakelknop (+)
Terugschakelknop (-)
Geleid het voertuig voorzichtig, waarbij u uw
benen gebruikt om uw evenwicht te
bewaren.
Wees extra voorzichtig wanneer u in de
modus voor stapvoets rijden op een losse
ondergrond (zand, grind, vuil) of een glad
wegdek rijdt.
!f
Om het voertuig tot stilstand te brengen,
bedient u de remhendel of het rempedaal.
!g
Om de modus stapvoets rijden uit te
schakelen, bedient u de remhendel of het
rempedaal. Nadat het voertuig tot stilstand is
gekomen, drukt u op de schakelaar voor de
modus stapvoets rijden terwijl u de
remhendel of het rempedaal bedient, of op
de N-kant van de N-D-schakelaar. Controleer
of de indicator voor de modus stapvoets
N
rijden uitgaat en de
-indicator gaat
branden.