Banden (inspecteren/vervangen)
Bandenspanning controleren
Hoewel uw voertuig is uitgerust met een
bandenspanningswaarschuwingssysteem
(TPMS), moet u de banden met het blote oog
controleren en een bandenspanningsmeter
gebruiken om de bandenspanning ten minste
één keer per maand te meten of wanneer u
constateert dat de bandenspanning laag is.
Controleer de bandenspanning altijd wanneer
uw banden koud zijn.
GL1800/DA
Pas de bandenspanning niet aan met behulp van
de waarden op de bandenspanningsmeter van
het INFO 1-display.
De bandenspanningswaarden die worden
vermeld op de bandenspanningsmeter van het
INFO 1-display komen mogelijk niet overeen met
de werkelijke waarden, omdat de
bandenspanningsmeterindicatie niet
onmiddellijk wordt bijgewerkt en alleen na
bepaalde perioden wordt bijgewerkt.
Zelfs als de richting van het ventiel is gewijzigd,
zet deze dan niet terug in de oorspronkelijke
stand. Laat uw voertuig door uw dealer
inspecteren.
Linkerzijde
Ventiel
Controleren op beschadiging
Controleer de banden
op sneden, scheuren
of barsten die de
koordlaag van de
band zichtbaar
maken of spijkers of
andere vreemde
voorwerpen die in de
zijkant van de band of het bandloopvlak zijn
ingebed. Controleer ook op bobbels of
uitstulpingen in de flanken van de banden.
Standaardonderhoud
Controleren op abnormale slijtage
Controleer de banden
op tekenen van
abnormale slijtage op
het draagvlak.
vervolg
161