Achteruit rijden
GL1800/B
Met het achteruitrijsysteem van uw voertuig
kunt u op lage snelheid uit een parkeerplaats
rijden.
Zorg dat er zich geen obstakels of mensen in de
rijrichting bevinden. Vermijd steil of oneffen
wegdek. Het is niet raadzaam om met een
passagier achterop achteruit te rijden. Het is dan
namelijk moeilijker uw evenwicht en de controle
over het voertuig te bewaren.
!a
Ga op het voertuig zitten in uw normale
zithouding met uw voeten aan weerszijden
van het voertuig op de grond.
!b
Zorg dat de transmissie in de neutraalstand
N
staat (de
-indicator gaat branden) en de
zijstandaard omhoog is geklapt.
!c
Start de motor.
(P120)
!d
Druk op de schakelaar voor de
achteruitmodus om de achteruitmodus in te
schakelen.
u
Als de motor niet draait, kan het
achteruitrijsysteem niet worden
geactiveerd.
Achteruitknop
Schakelaar achteruitmodus
!e
Als u klaar bent om achteruit te rijden, houdt
u de achteruitknop ingedrukt.
Het voertuig blijft achteruit rijden zolang u
de knop ingedrukt houdt. ("R" wordt
weergegeven op de
versnellingsstandindicator.)
Om te voorkomen dat de accu ontladen
raakt, houdt u de achteruitknop niet langer
dan 1 minuut ingedrukt.
!f
Geleid het voertuig voorzichtig naar
achteren, waarbij u uw benen gebruikt om
uw evenwicht te bewaren.
Wees extra voorzichtig als u achteruitrijdt op
een losse ondergrond (zand, grind, vuil) of
een glad wegdek.
!g
Laat de achteruitknop los om het voertuig te
stoppen.
!h
Nadat het voertuig is gestopt, drukt u op de
schakelaar voor de achteruitmodus om het
systeem uit te schakelen. Controleer of de
N
-indicator gaat branden.
LET OP
Om beschadiging van het achteruitrijsysteem te voorkomen,
moet u de achteruitversnelling niet inschakelen of uitschakelen
wanneer het voertuig rijdt.
Overbelasting van het achteruitrijsysteem
De achteruitmodus is ontworpen om met een
constante, lage snelheid met het voertuig
achteruit te rijden.
Als het voertuig sneller of langzamer dan deze
snelheid gaat rijden door obstakels of omdat het
wegdek te steil is, drukt u op de schakelaar van
de achteruitmodus om het systeem uit te zetten.
Laat het voertuig vervolgens voorzichtig naar
gelijkmatiger en vrij oppervlak rollen en start
opnieuw.
127