Schakelen
(vervolg)
Schakelen tussen neutraal en AT-
MODUS/MT-MODUS
Schakelen van neutraalstand (N) naar AT-
MODUS (D)
Druk op de D-kant van de N-D-schakelaar
De D-indicator (AT-MODUS) gaat branden, op de
versnellingsstandindicator wordt "1"
weergegeven en de eerste versnelling wordt
geselecteerd.
Schakelen van AT- of MT-MODUS naar
neutraalstand (N)
Druk op de N-kant van de N-D-schakelaar
Schakelen tussen AT-MODUS en MT-MODUS
Druk op de A/M-schakelaar
(!
De D (AT-MODUS)-indicator gaat uit als de MT-
MODUS wordt geselecteerd
c
!
a
!
d
!
124
Rijden in MT-MODUS
U schakelt op en terug met de opschakelknop (+)
en de terugschakelknop (−).
De geselecteerde versnelling wordt getoond op
(!
a ).
de schakelstandindicator.
u
Als de MT-MODUS is geselecteerd, wordt de
transmissie niet automatisch opgeschakeld.
Laat het motortoerental niet in de rode zone
komen.
u
De transmissie wordt automatisch
teruggeschakeld wanneer u vertraagt, zelfs in
(!
b ).
de MT-MODUS.
u
U start vanaf de 1e versnelling, zelfs als de
c ).
MT-MODUS is geselecteerd.
(!
d ).
Tussengasregeling bij terugschakelen
In de MT-modus regelt dit systeem het
terugschakelen met de gashendel volledig
gesloten door het motortoerental automatisch te
verhogen voor de overbrengingsverhouding.
!
b
u
In bepaalde rijomstandigheden is het mogelijk
dat dit systeem het motortoerental niet
opvoert.
!
a
Schakelbediening
Opschakelen:
Druk op de opschakelknop (+)
(!
e ).
Terugschakelen:
Druk op de terugschakelknop (-)
(!
U kunt niet blijven schakelen door de
schakelschakelaar ingedrukt te houden.
Om verder te schakelen moet u de schakelaar
loslaten en opnieuw indrukken.
e
!
Schakellimiet
U kunt niet terugschakelen als het
motortoerental daardoor de limiet overschrijdt.
f ).
f
!