Waarschuwingsindicatoren branden of knipperen
Indicator lage oliedruk
Als de oliedrukindicator gaat branden, rijd dan
veilig naar de kant van de weg en zet de motor
uit.
LET OP
Het blijven rijden met een lage oliedruk kan ernstige
beschadiging van de motor veroorzaken.
1. Controleer het motoroliepeil en vul indien
nodig bij met olie.
P. 171
2
2. Start de motor.
u
Rijd uitsluitend door als de
oliedrukindicator uit gaat.
Snel accelereren kan ervoor zorgen dat de
oliedrukindicator tijdelijk gaat branden, vooral
wanneer de olie op of dicht bij het laagste niveau
staat.
Als de oliedrukindicator blijft branden wanneer
het oliepeil op het juiste niveau staat, zet de
motor dan uit en neem contact op met uw
dealer.
Als het motoroliepeil snel daalt, kan dit duiden
op een lekkage of ander serieus probleem met
uw voertuig. Laat uw voertuig door uw dealer
inspecteren.
PGM-FI-storingsindicator
(elektronisch geregelde
brandstofinspuiting) (MIL)
Als de indicator tijdens het rijden gaat branden,
kan het PGM-FI-systeem een ernstig defect
vertonen. Verminder snelheid en laat uw
voertuig zo snel mogelijk door uw dealer
inspecteren.
Indicator gecombineerd ABS
Als de indicator van het gecombineerde ABS-
systeem op een van deze manieren werkt, dan
werken uw remmen als een standaardsysteem
maar zonder de antiblokkeringsfunctie.
Verminder uw snelheid en laat uw voertuig zo
snel mogelijk door uw dealer inspecteren.
●
De indicator gaat niet branden wanneer de
contactschakelaar op
(On) wordt gezet
●
De indicator gaat niet uit bij snelheden hoger
dan 5 km/h
●
De indicator gaat branden of begint te
knipperen tijdens het rijden
De indicator gecombineerd ABS-systeem gaat
knipperen indien:
●
De voorwielen 1 seconde of langer van de
grond komen
●
U het achterwiel draait terwijl uw voertuig van
de grond is getild.
Dit is normaal, maar het gecombineerde ABS-
systeem is niet geactiveerd. Zet de
contactschakelaar in de stand
(Off) en weer in
de stand
(On) om het systeem opnieuw in te
schakelen.
191