Hoe werkt de magnetron?
In het apparaat zit een magnetronbuis.
Deze zet stroom om in elektromagneti-
sche golven: de microgolven. Deze mi-
crogolven worden gelijkmatig in de
ovenruimte verdeeld en door de meta-
len wanden gereflecteerd. Zo komen de
microgolven van alle kanten bij en in het
voedingsmiddel. Door het draaien van
het draaiplateau is de verdeling nog be-
ter.
Omdat de microgolven bij het voe-
dingsmiddel moeten kunnen komen,
moet het serviesgoed geschikt zijn voor
de magnetron. Microgolven dringen bij-
voorbeeld door porselein, glas, karton
en kunststof heen, maar niet door me-
taal. Gebruik daarom geen metalen
pannen of schalen of pannen en scha-
len met een metaalhoudend decorlaag-
je. Metaal kaatst de microgolven terug,
waardoor vonken kunnen ontstaan. De
microgolven worden niet opgenomen.
Als u het juiste servies gebruikt, dringen
de microgolven meteen door tot in het
voedingsmiddel. Voedingsmiddelen be-
staan uit moleculen. Deze moleculen,
vooral watermoleculen, worden door de
microgolven in trilling gebracht
(ca. 2,5 miljard bewegingen per secon-
de). Hierdoor ontstaat warmte. De
warmte verplaatst zich vanaf de buiten-
kant van het voedingsmiddel naar bin-
nen. Hoe meer water een voedingsmid-
del bevat, des te sneller wordt het ver-
warmd of gaar gekookt.
Functiebeschrijving
De warmte ontstaat dus direct in het
voedingsmiddel. Dit heeft de volgende
voordelen:
– Een gerecht kan over het algemeen
met weinig of geen extra vloeistof of vet
met de magnetronfunctie worden be-
reid.
– Ontdooien, verwarmen en koken gaan
sneller dan met een traditionele oven.
– Voedingsstoffen zoals vitaminen en
mineralen blijven voor het grootste deel
behouden.
– De natuurlijke kleur en smaak van de
voedingsmiddelen veranderen nauwe-
lijks.
De magnetronfunctie wordt uitgescha-
keld, zodra u het bereidingsproces on-
derbreekt of de deur van het apparaat
opent. Tijdens de bereiding biedt de ge-
sloten, intacte deur voldoende bescher-
ming tegen microgolven.
19