WAARSCHUWING!
De groene kalibratiedop moet na een nulpuntkalibratie worden verwijderd van de sensor. Als dit
niet gebeurt kan de gasstroom naar de sensor beperkt worden en dat kan leiden tot foutieve uitle-
zingen.
Veronachtzaming van bovenstaande waarschuwing kan ernstig of dodelijk letsel veroor-
zaken.
5.6
XCell sensoren kalibreren
(Zie deel 5.7 voor het kalibreren van zuurstofsensoren.)
LET OP
Als een wachtwoord is ingeschakeld, kan de gebruiker alleen met het wachtwoord doorgaan met
de kalibratie.
Wilt u annuleren, druk dan op een van de knoppen op het aanraakscherm of mobiele
applicatie voordat de
Spankalibratie begint.
In het geval dat een kalibratie niet kan worden voltooid, kan de gebruiker MISLUKT
bevestigen door één vinger op een van de EZ-aanraakknoppen te houden en deze 1
seconde ingedrukt te houden alvorens deze los te laten Het toestel gaat terug naar de
instellingen van de laatste, geslaagde kalibratie.
(1)
Bevestig een reduceerventiel aan de nulgascilinder (indien gebruikt) en de kalibratiecilinder.
(2)
Bevestig de sensorbescherming onderaan de sensor.
(3)
Plaats de groene kalibratiedop over de inlaat van de sensorbescherming zodat deze gelijk
loopt met de onderzijde van de sensorbescherming en volledig de inlaat van de sensorbe-
scherming afdekt.
(4)
Bevestig de leiding op de plastic steel die uit de groene kalibratiedop steekt.
(5)
Druk het andere uiteinde van de leiding over het reduceerventiel van de nulgascilinder. Zorg
ervoor dat de leiding de gasuitlaat volledig omvat.
(6)
Scroll en selecteer kalibratie.
Als een wachtwoord is ingeschakeld, moet u het op dit punt invoeren.
LET OP
Als de kalibratiedop niet kan worden gebruikt (bijv. voor toepassing van sensor op afstand),
moeten de windomstandigheden tijdens kalibratie tot een minimum worden beperkt om kalibratie
te vermijden met verhoogde gevoeligheid.
(7)
Selecteer Sensor #1 of Sensor #2.
(8)
Zodra het display Nulpunt bij onderdompelen aangeeft, schakelt u de nulgasstroom in door
aan de knop op het reduceerventiel te draaien.
(9)
Wacht tot het toestel het aftellen aangeeft van de nulpuntkalibratie.
(10) Zodra de nulpuntkalibratie voltooid is, verwijdert u de leiding van de inlaat van de sensorbe-
scherming.
ULTIMA® X5000
Kalibratie
NL
67