3.4
Montage
WAARSCHUWING!
Raadpleeg vóór installatie addendum van de handleiding (ond.nr. 10182779) voor certificerings-
informatie.
Sommige giftige gassen worden geleverd in een sensorbehuizing zonder frit. De behuizing zonder
frit is gelabeld als Cat. 2 of Zone 2 en is alleen goedgekeurd voor Cat. 2- of Zone 2-installaties.
De beschermingsmethode is respectievelijk Vonkvrij of Type n. Zorg ervoor dat alle componenten
zijn goedgekeurd voor de gebruikte bedradingsmethode en in overeenstemming met de nationale
elektrische code van het land van gebruik, de van toepassing zijnde lokale regelgeving, deze
handleiding en het addendum bij de handleiding.
Veronachtzaming van bovenstaande waarschuwingen kan ernstig of dodelijk letsel veroor-
zaken.
3.4.1 Montagelocatie sensor
De beste locatie voor de transmitter en de sensor hoeft niet dezelfde te zijn. Sensoren moeten
daar worden geplaatst waar de kans op detecteren van een gaslek het meest waarschijnlijk is. De
beste sensorlocatie is niet altijd de beste locatie voor het transmitterdisplay als het gaat om bereik-
baarheid en aflezen; met een externe aansluitkast kan de sensor op afstand worden gemonteerd
van de transmitter, zodat beide op de best mogelijke locatie worden gemonteerd.
Bij het kiezen van een sensorlocatie moet u met twee factoren rekening houden. De eerste factor
is de dichtheid van het doelgas in verhouding tot de lucht. Sensoren voor gassen, zoals propaan,
die zwaarder zijn dan lucht, moeten vlakbij de grond worden geplaatst en sensoren voor gassen
die lichter zijn dan lucht, moeten boven mogelijke lekbronnen worden geplaatst.
De optimale locatie van een sensor hangt af van installaties in de omgeving, zoals pijpen, kleppen
of turbines. MSA heeft een service voor het in kaart brengen van gas- en vlamdetectielocaties,
waarbij systematisch mogelijke lekbronnen worden beoordeeld en geeft advies over het aantal en
locaties van detectors voor het meest effectieve detectiesysteem.
3.4.2 Montagelocatie transmitter
Het transmitterdisplay moet zodanig worden gemonteerd dat het scherm zichtbaar is en goed
toegankelijk is na installatie. De elektronische assemblage binnen in de metalen behuizing kan
zodanig worden gepositioneerd in een van de vier zelfuitlijnende inwendige gaten dat het display
correct georiënteerd is en maximale flexibiliteit biedt voor gebruik van kabeldoorvoeropeningen.
ULTIMA® X5000
Installatie
NL
17