Algemene reset
Met Algemene reset wordt het instrument opnieuw opgestart, zonder de instellingen te wijzigen.
Algemene reset:
(1)
Scroll naar Instellingen.
(2)
Selecteer Instrument.
(3)
Scroll en selecteer Eenheid resetten.
(4)
Selecteer Doorgaan.
De eenheid zal opnieuw opstarten en de analoge uitgang gaat naar de waarden die voor Onder-
houd werden ingevoerd.
4.2.2 Sensorinstellingen
De volgende instellingen worden op de ULTIMA X5000 bewaard zodat, als de sensor wordt
vervangen door hetzelfde type sensor (gas en bereik), de instellingen gelijk blijven. Als een ander
type sensor en bereik wordt gebruikt om de eerdere sensor te vervangen, worden de standaard
instellingen van de nieuwe sensor geüpload naar het toestel.
Sensorinstellingen wijzigen:
(1)
Scroll naar Instellingen en selecteer dit.
(2)
Selecteer Sensor.
(3)
Selecteer een optie om het menu te openen.
Alarminstelpunten
Voor elke sensor zijn er twee configureerbare alarminstelpunten. Maximale waarden van alarm-
instelpunten zijn beperkt tot het volledige schaalbereik van de sensor. Minimale waarden van de
alarminstelpunten worden vermeld in Tab. 14.
Alarminstelpunten wijzigen:
(1)
Scroll naar Instellingen en selecteer dit.
(2)
Selecteer Sensor.
(3)
Selecteer Alarminstellingen.
(4)
Selecteer Alarminstelpunten.
(5)
Voer het gewenste alarminstelpunt in (dit wordt beperkt door het sensorbereik).
(6)
Scroll en selecteer Opslaan.
ULTIMA® X5000
Werking
NL
50