• Sluit de afvoerklep langzaam totdat de gewenste ingestelde druk wordt bereikt
• G ebruik het borginstrument om de stelschroef van de klep langzaam naar links te draaien totdat
de afvoerdruk begint te dalen
• C ontroleer de juiste instelling van de klep door de afvoerklep langzaam te openen en te sluiten.
De ingestelde druk van de veiligheidsklep kan worden verhoogd door de stelschroef naar rechts
te draaien en worden verlaagd door de stelschroef naar links te draaien
• Na het instellen van de veiligheidsklep opent u de afvoerklep volledig
Opmerking: Als de klep niet wordt afgesteld volgens de hierboven beschreven methode, kan de
correcte klepinstelling niet worden gegarandeerd en kan de pomp worden beschadigd door te hoge
afvoerdruk.
Als het niet mogelijk is om een drukmeter aan te sluiten of de installatie niet van een afvoerklep
voorzien is, kan de klep vooraf worden afgesteld volgens de hierna
beschreven procedure.
• Verwijder de plastiek stop op de voorzijde van de klep
• Gebruik het borginstrument om de stelschroef naar links te draaien totdat de veer volledig
ontlast is
• Draai de veerstelschroef X aantal slagen naar rechts naargelang de gewenste openingsdruk
(zie onderstaande tabel)
Plastiek stop
Borginstrument
De waarden in de tabel zijn
gebaseerd op de veronderstelling
dat de zuigdruk tussen 0,5 en
1 bar absoluut is. Gelieve te
noteren dat de waarden ongeveer
zijn.
A.0500.252 – IM-TL/15.00 NL (12/2011)
TL1
Afvoerdruk
Draai
pd
stelschroef
stelschroef
(bar)
X slagen
0
0,0
1
0,6
2
1,3
3
1,9
4
2,6
5
3,2
6
3,9
7
4,5
8
5,2
9
5,8
10
6,5
11
7,1
12
7,8
13
8,4
14
9,0
15
9,7
16
10,3
17
11,0
18
11,6
19
12,3
20
12,9
21
13,6
22
14,2
TL2
TL3
Draai
Rotera
justerskruv
X slagen
X varv
0,0
0,0
1,4
2,7
2,8
5,3
4,2
8,0
5,6
10,6
6,9
13,3
8,3
16,0
9,7
18,6
11,1
21,3
12,5
23,9
13,9
26,6
15,3
29,3
16,7
31,9
18,0
34,6
19,4
37,2
20,8
39,9
22,2
42,5
23,6
45,2
25,0
47,9
26,4
50,5
27,8
53,2
29,1
55,8
30,5
58,5
99