Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Veiligheidsvoorschriften; Algemeen - Johnson Pump SPX TopLobe Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

1.3

Veiligheidsvoorschriften

1.3.1

Algemeen

Deze informatie moet voorafgaand aan installatie-, bedienings- of onderhoudswerkzaamheden
grondig worden gelezen en binnen handbereik van de pompoperator worden bewaard.
Voorschriften die de persoonlijke veiligheid in gevaar kunnen brengen wanneer deze niet worden
opgevolgd, zijn gemarkeerd met dit symbool
Voorschriften die in acht moeten worden genomen voor een veilige bediening of om de pomp/
pompunit te beschermen, zijn gemarkeerd met dit symbool
Wanneer een ATEX pomp/pompgroep geleverd wordt, gelieve dan de afzonderlijke ATEX boek
te raadplegen
Een onjuiste installatie, bediening of onderhoud van de apparatuur kan ernstige lichamelijke
verwondingen en/of schade aan de apparatuur tot gevolg hebben. Bovendien leidt dit tot
verlies van de garantie.
De pomp nooit bedienen wanneer het pompdeksel of de zuig- en afvoerleidingen niet zijn
aangebracht. De pomp evenmin bedienen wanneer andere beschermingsvoorzieningen, zoals
de koppeling en de beschermkap, niet of onjuist zijn aangebracht.
Steek uw vingers nooit in het pomphuis, de aansluitingen naar het huis of in de tandwielkast als
de mogelijkheid bestaat dat de pompassen gaan draaien. Dit kan tot ernstig lichamelijk letsel
leiden.
De maximale bedrijfsdruk, het toerental of de temperatuur van de pomp niet overschrijden.
De bedrijfsparameters/het systeem waarvoor de pomp oorspronkelijk is geleverd niet wijzigen
zonder voorafgaand overleg met uw leverancier.
De pomp moet altijd overeenkomstig de geldende gezondheids- en veiligheidsvoorschriften
worden geïnstalleerd en bediend .
Op de pomp, het systeem of de aandrijving moet een veiligheidsvoorziening zijn
aangesloten, om te voorkomen dat de pomp de maximaal toegestane druk overschrijdt. Het
veiligheidssysteem moet worden geconfigureerd om, indien van toepassing, een retourstroom
te voorkomen. De pomp niet gebruiken bij een gesloten/geblokkeerde afvoer, tenzij een
overstortklep is aangebracht. Wanneer de pomp een geïntegreerde overstortklep bevat, moet
een langdurige terugstroom door de overstortklep worden voorkomen.
De pomp/pompunit moet stevig en stabiel worden geïnstalleerd. Let bij het plaatsen van de
pomp op de eisen aan de afvoer. Controleer na de bevestiging de uitlijning van de pomp en de
aandrijving. Een onjuiste uitlijning van de pomp, de aandrijving en de askoppeling resulteert in
onnodige slijtage, hogere bedrijfstemperaturen en luidruchtige werking.
Vul de tandwielkasten van de pomp en de aandrijving met de geadviseerde smeermiddelen en
hoeveelheden. Ververs de smeermiddelen volgens de geadviseerde intervallen.
Controleer voor het gebruik of de pomp en het leidingwerk schoon en vrij van vuil zijn, en of alle
kleppen in de zuig- en afvoerleidingen volledig zijn geopend. Zorg dat alle leidingen die op de
pomp zijn aangesloten goed ondersteund en uitgelijnd zijn. Door een onjuiste uitlijning en/of
overbelasting zal de pomp ernstig worden beschadigd.
Controleer of de draairichting van de pomp overeenkomt met de gewenste stroomrichting.
De pomp niet in een systeem installeren waarin deze droog kan lopen (d.w.z. zonder aanvoer
van te verpompen media), tenzij de pomp is voorzien van gespoelde asafdichtingen, compleet
met een volledig operationeel spoelsysteem.
Breng drukmeters/sensoren bij de zuig- en afvoeraansluitingen van de pomp aan om de
pompdruk te controleren.
Ga voorzichtig te werk bij het optillen van de pomp, gebruik indien mogelijk geschikte
hijsmiddelen. De op de pomp aangebrachte hijsogen mogen alleen worden gebruikt voor het
optillen van de pomp, niet voor het optillen van de pompgroep . Wanneer de pomp op een
fundatieplaat is bevestigd, moet voor alle hijswerkzaamheden de fundatieplaat worden gebruikt.
Zorg bij het gebruik van stroppen dat deze goed zijn bevestigd.
A.0500.252 – IM-TL/15.00 NL (12/2011)
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave