Atmosferische
druk
Absoluut
vacuüm
8.
Bij het installeren van een pomp in combinatie met een aandrijfmotor en fundatieplaat moeten de
volgende richtlijnen worden opgevolgd:
a) Voor de aandrijving van de TopLobepompen kan best een motor met een directe koppeling
worden gebruikt. Neem a.u.b. contact op met uw lokale leverancier wanneer u een andere
aandrijfmethode wilt gebruiken.
b) Er moeten altijd flexibele koppelingen worden gebruikt en deze moeten juist worden
uitgelijnd binnen de door de fabrikant van de koppelingen aangegeven toleranties. Draai de
as minimaal eenmaal volledig rond om te controleren of de koppeling goed uitgelijnd is en de
as soepel ronddraait.
c) De koppelingen moeten altijd een geschikte afscherming hebben om contact tussen
draaiende onderdelen te voorkomen, omdat dit lichamelijk letsel kan veroorzaken. Dergelijke
afschermingen moeten van geschikt materiaal zijn gemaakt - zie punt d - en moeten stevig
genoeg zijn om contact tussen de draaiende onderdelen tijdens de normale werking te
voorkomen.
d) Bij het installeren van een pomp in een brandgevaarlijke of explosieve omgeving, of wanneer
de pomp voor brandgevaarlijke of explosieve media wordt gebruikt, moet niet alleen op de
veiligheid van de behuizing van de aandrijfgroep worden gelet, maar ook op het materiaal dat
voor de koppelingen en afschermingen is gebruikt, om de kans op explosies te elimineren.
e) De fundatieplaat moet op een vlakke ondergrond worden bevestigd om een onjuiste uitlijning
en vervorming te voorkomen. Wanneer de fundatieplaat is bevestigd, moet de uitlijning
nogmaals worden gecontroleerd, zie punt b.
f) Controleer, wanneer de pomp door een elektrische motor wordt aangedreven, of de motor
en andere elektrische apparatuur compatibel is met de aandrijving en of de aansluiting juist
is, d.w.z. direct, ster-driehoekschakeling enz. Zorg dat alle onderdelen juist geaard zijn.
2.3.1
Installaties met CIP-systemen
De TopLobe pompen zijn zo gebouwd dat ze gemakkelijk kunnen worden gereinigd volgens de
gangbare CIP methodes. Om tijdens het reinigen de juiste vloeistofsnelheid in de pomp te bereiken,
adviseren wij een verschildruk van 2-3 bar over de gehele pomp.
Aanbeveling: Een opgebouwde veerbelaste en luchtontlaste veiligheidsklep, geeft de mogelijkheid
om de doorstroming in het leidingwerk na de pomp te realiseren, zonder gebruik te maken van aparte
CIP kleppen en bypasses.
18
Voor aanzuighoogte of
vacuümomstandigheden
Beschikbaar NPSH
Aanzuighoogte
of vacuüm
Wrijvingsverlies
zuigleiding
Dampdruk
Vacuümtabel
Voor omstandigheden met
positieve aanzuighoogte
Aanzuig-
hoogte
Beschikbaar NPSH
≅ 10 m
waterkolom
Wrijvingsverlies
zuigleiding
Dampdruk
A.0500.252 – IM-TL/15.00 NL (12/2011)