19. Druk de buitenring van het lager (0701) mbv een gereedschap in het deksel van de tandwielkast
(0120).
20. Breng het deksel van de tandwielkast op haar plaatsen door er zachtjes met een rubber hamer
op te kloppen. Controleer of de pennen (0560) en de O-ringen (0181) op hun plaats zitten.
gereedschap
0701
21. Controleer het soepel draaien van de tandwielen (geen "zware punten") door meten van de
axiale spelinh van de tandwielen (max 0,05 mm).
22. Als de tandwielen niet soepel kunnen draaien, verwijder het deksel opnieuw en begin de
tandwielen opnieuw vast te zetten. Meet de axiale tandwielafwijkingen, indien nodig.
23. Zet het deksel vast met de bouten (0515).
24. Plaats de spie (0611).
25. Bevestig de oliedop (0870) en het oliekijkglas (0860) en vul met olie.
Zie deel 3.2 Smeermiddelen.
26. Bevestig de ontluchter (0850).
4.7.3
Spoeldeksel
1.
Installeer de lipringen (0890) in het spoeldeksel (0101) mbv gereedschap.
2.
Installeer het spoeldeksel (0101) en de O-ring (0180) In het lobbenhuis (0010) met de bouten
(0512). Controleer of de pennen (0561) goed zitten.
gereedschap
46
0120
0890
0181
0560
gereedschap
0101
A.0500.252 – IM-TL/15.00 NL (12/2011)