De aandrijfkettingen worden door de centrale smeerinrich-
ting gesmeerd. Een smeerimpuls wordt afgegeven, steeds
als de maaier wordt geheven.
• Functiecontrole van de smeerinrichting (S)
• Oliepeil controleren. (Het oliereservoir is gemonteerd
aan het draagframe)
AANWIjZING
Risico op materiële schade aan de aandrijfkettingen
door inadequate smering.
•
Controleer het oliepeil van de centrale
smeer-eenheid voor ieder gebruik
oude oliepomp
tot juli 2011
Met de oude pomp (tot eind juli 2011) kan de oliehoeveelheid
niet per slag worden ingesteld. (zie afbeelding 369-12-08)
U vindt de pomp onder het oliereservoir (1) aan de kneuzer.
Met de nieuwe pomp (vanaf augustus 2011) kan de olie-
hoeveelheid per slag ingesteld worden:
Correct instellen van de oliehoeveelheid per slag:
Hoe korter het veld en hoe vaker een smeerimpuls van de
maaier per tijdseenheid wordt geactiveerd, hoe KLEINER
de oliehoeveelheid die per slag wordt ingespoten.
Stel de oliehoeveelheid in met de stelschroef (2) en de con-
1801-NL_WALSKNEUZER_3843
tramoer (3). Hoe verder de stelschroef in het pomplichaam
verdwijnt, hoe kleiner het olievolume per slag.
S
1
2
(1) Oliereservoir
(2) Stelschroef
(3) Contramoer
(4) Sluitkraan (smering aan/uit)
Instelling van de smeerhoeveelheid
- Fabrieksinstelling: X=27,5 mm
- Schroef verder uitdraaien om de smeerhoeveelheid te
nieuwe oliepomp
verhogen.
vanaf augustus 2011
- Schroef verder indraaien om de smeerhoeveelheid te
verlagen.
Risico op materiële schade aan de aandrijfkettingen
door inadequate smering.
•
kettingspanning: (om de 60 bedrijfsuren)
x
AANWIjZING
Controleer het oliepeil van de centrale
smeer-eenheid voor ieder gebruik
- 67 -
WalskneuZer
4
3
NL