Voor het gebruik van deze machine moet de trekker aan de volgende
voorwaarden voldoen:
- Trekkervermogen:
Combinatie "Front- / achtermaaier" vanaf 90 kW / 120 pk
Combinatie "Duwmodus" vanaf 130 kW / 200 pk
- Aanbouw:
Hefarm cat. III
- Aansluitingen: zie tabel 'Noodzakelijke hydrauliek en stroomaansluitingen'
ballastgewichten
ballastgewichten
De trekker moet aan de voorzijde van voldoende ballastgewichten wor-
den voorzien, zodat het stuur- en remvermogen wordt gegarandeerd.
GEVAAR
levensgevaar of materiële schade - door overbelasting van de
tractor of een verkeerd ballastgewicht van de tractor.
•
De vooras van de tractor moet altijd met tenminste 20% van
het ledig gewicht van de tractor belast blijven.
Kg
20%
Hefinrichting (driepuntskoppeling)
371-08-16
- De hefinrichting (driepuntskoppeling) van de trekker moet berekend
zijn op de optredende belasting. (Zie technische gegevens)
- De hefsteunen moeten middels de verstelinrichting op gelijke lengte
worden ingesteld (4).
(Zie handleiding van de trekkerproducent)
- Kunnen de hefsteunen aan de hefarmen in verschillende posities
worden gestoken, dan moet de achterste positie worden gekozen.
Daardoor wordt de hydraulische installatie van de trekker ontlast.
- De begrenzingskettingen of stabilisatoren van de hefarmen (5)
moeten zo worden ingesteld dat geen zijdelingse bewegingen van
de aanbouwwerktuigen mogelijk zijn. (Veiligheidsmaatregel voor
transportritten)
2000-NL_TREKKERVOORWAARDEN_3843
Trekker
371-08-16
trekkervoorWaarden
Hydraulische regeling aan de hefinstallatie
De hefhydrauliek moet worden geschakeld in positieregeling:
- 10 -
NL