Mechanische ontlasting van de maai-
eenheden (Select control)
Het gewicht van de maai-eenheden wordt in de variant 'Se-
lect control' via een verstelbare veerontlasting gereduceerd.
Instelling:
1. Maai-eenheid optillen, tot de ontlastingsveren niet meer
gespannen zijn.
2 Borgbout trekken en in de gewenste positie plaatsen.
(Voor tussenposities kan de bout 180° worden gedraaid.)
3. Borgbout vergrendelen
AANWIjZING
Risico van materiële schade aan de maaibalk, als de
hydraulische ontlasting te gering is afgesteld.
•
Plaats de hydraulische ontlasting niet op
de positie P1. Deze zijn niet geschikt voor
maaibalken van deze afmeting.
•
Deze positie is beveiligd door een schroef.
1100-NL_Ontlasting-botsbev_3843
ontlastIng en collIsIebeveIlIgIng
A
278-09-19
278-09-19b
P1
P2
P3
Hydraulische ontlasting van de maai-
eenheden (Power control)
Het gewicht van de maai-eenheden wordt in de variant 'Po-
wer control' via een verstelbare hydraulische ontlasting ge-
reduceerd. De instelling gebeurt op het bedieningspaneel.
Afstelling:
zie hoofdstuk 'Power control' of 'ISOBUS'
Neerlaatsnelheid:
Met het regelventiel (D) kan de neerlaatsnelheid van de
maai-eenheden worden ingesteld.
TIP
Als er geen druk in het ontlastingssysteem aanwezig is,
kan de machine niet in transportpositie worden gebracht.
- 18 -
NL
278-09-20
NL