Instelmenu
F7
b
T4
d
T4 Navigeren in het menu 'Afzonderlijke zwenking
zijafvoerband' (F12)
T7 Navigeren in het menu 'Tijd-/wegafhankelijk
heffen/neerlaten'
-
Omschakelen naar venster (F8)
T9 Navigeren in het menu 'Zijwaartse verplaatsing
kalibreren'
-
Omschakelen naar venster (F10)
T10
Navigeren in het menu 'Snelheid
zijafvoerband' (F11)
Betekenis van de aanduiding:
a
Machinetype instellen
b
Frontmaaier activeren/deactiveren
c
Arbeidsbreedte frontmaaier
d
Vertraging tussen het neerlaten in arbeidspositie en
de activering van de optimalisering bochten maaien.
F8
Betekenis van de aanduiding:
Tijd- of weggestuurd neerlaten/heffen instellen
a
km/u =
weg/snelheidsgestuurd
sec =
tijdsgestuurd
- Bij gebruik van de optimalisering bochten maaien
moet hier "km/u" worden ingesteld.
Snelheidssignaal van de tractor aanwezig of niet
b
aanwezig.
Instellen van de vertraging tussen front- en
c
achtermaaier bij het neerlaten. Deze waarde is
tegelijkertijd de vertraging voor de optimalisering
bochten maaien.
Instellen van de vertraging tussen front- en
d
achtermaaier bij het heffen.
Verschillende waarden voor meter (m) of seconden
(sec). De waarden voor (m) en (sec) zijn apart in te
stellen en worden afhankelijk van de instelling onder
tijd- of weggestuurd neerlaten/heffen gebruikt.
a
1401_NL-ISOBUS-Terminal_3846
a
T7
c
T9
T10
a
b
c
d
F9
a
b
c
d
T2
Waarden opslaan
T3
Kalibreren - positie maximale arbeidsbreedte
T4
Kalibreren - positie minimale arbeidsbreedte
Novacat V10
Betekenis van de aanduiding:
momentele spanning van de hoeksensor links/rechts
a
b
minimale, gekalibreerde spanningswaarde links/rechts
c
maximale, gekalibreerde spanningswaarde links/rechts
d
weergave: overdracht van het stuursignaal van de
trekker (haakje = actief / kruis = niet actief
e
Weergave "actuele stuurhoek". (Bij rechtdoor rijden
moet een waarde van rond 32128 worden aangeduid.
f
Instelwaarde: "Delta maximale intrekking van de
maaibalk" afwijking van de waarde van rechtdoor rijden,
vanaf waar de maaibalk maximaal ingetrokken wordt.
Moet worden bepaald op de tractor (ervaringswaarde
tussen 150 en 350). Indien de waarde te hoog wordt
gekozen, dan blijft bij het nemen van bochten ondanks
de actieve maai-optimalisering een streep staan.
functie van het menu:
De hoeksensoren moeten bij het verwisselen van de
sensoren worden gekalibreerd. De functie dient voor het
inprenten van de spanningswaarden bij de eindposities.
• De maaieenheden moeten zich daarvoor in de
veldtransportpositie bevinden.
• Kalibreerprocedure
- Toets 'Arbeidsbreedte verkleinen' indrukken tot de
twee maaieenheden zich aan de binnenste aanslag
bevinden.
- Toets 'Arbeidsbreedte vergroten' indrukken tot de
twee maaieenheden zich aan de buitenste aanslag
bevinden.
- Opslaan
F10
betekenis van de aanduiding:
a
Vinkje = verschillende snelheid tussen de linker en
rechter zijafvoerband (voor het maaien dwars op de
contourlijnen)
- 48 -
Isobus -termInal
T2
T3
T4
e
f
a
b
NL