7.2.14. Controle van de werking van het veiligheidssysteem van het pedaal "man aanwezig"
Het pedaal "man aanwezig" op het platform dient om de bedieningselementen voor het manoeuvreren van de machine vanaf
de bedieningspost op het platform werkzaam te maken.
Controleer ten minste één keer per jaar de werking ervan.
Om de goede werking van het pedaal "man aanwezig" te controleren:
Beweeg de joystick voor rijden achtereenvolgens naar voren en naar achteren, ZONDER HET PEDAAL "MAN
▪
AANWEZIG" TE DRUKKEN.
Controleer of de machine geen bewegingen maakt.
▪
Houd het pedaal "man aanwezig" langer dan 10 seconden ingedrukt.
▪
Beweeg terwijl u het pedaal ingedrukt houdt de joystick op volgorde naar voren en naar achteren.
▪
Controleer of de machine geen bewegingen maakt.
▪
Als het systeem goed functioneert dan is het niet mogelijk om vanaf de bedieningspost op het platform welke manoeuvre dan
ook met de machine uit te voeren, zonder dat eerst het pedaal "man aanwezig" ingedrukt is. Als deze langer dan 10 seconden
ingedrukt wordt zonder dat er een manoeuvre uitgevoerd wordt worden alle bewegingen verhinderd; om weer met de machine
te kunnen werken moet het pedaal "man aanwezig" losgelaten worden en opnieuw ingedrukt worden.
De staat van de schakelaar wordt aangegeven aan de hand van de groene led op het platform:
Groen licht continu aan
▪
▪
Groen licht knippert
7.3. Accu
De accu is een bijzonder belangrijk onderdeel van de machine. Ervoor zorgen dat de accu ook op den duur goed blijft
functioneren is van fundamenteel belang om de levensduur ervan te verlengen, om problemen te beperken en om de
beheerskosten van de machine te drukken.
7.3.1.
Algemene voorschriften m.b.t. de accu
▪
In geval van nieuwe accu's moet u niet wachten totdat de signalering "accu leeg" gegeven wordt alvorens de accu op te
laden; laad de accu de eerste 4/5 keer na 3 of 4 uren gebruik op.
In geval van nieuwe accu's worden de maximale prestaties ervan na ongeveer tien ontlaad-/oplaadcycli verkregen.
▪
▪
Laad de accu in een geventileerde ruimte op en haal de doppen eraf zodat de gassen tijdens het opladen kunnen
ontsnappen.
Voor de aansluiting van de acculader op het elektriciteitsnet mogen geen langere verlengsnoeren dan 5 meter gebruikt
▪
worden.
Er moet een elektrische kabel met een geschikte doorsnede gebruikt worden (min. min. 3x2.5 mm
▪
▪
Er mogen geen opgerolde kabels gebruikt worden.
Kom niet met open vuur in de buurt van de accu. Er bestaat ontploffingsgevaar vanwege de vorming van explosieve
▪
gassen.
▪
Breng geen tijdelijke of ongebruikelijke elektrische aansluitingen tot stand.
De klemmen moeten goed vastzitten en ontdaan worden van aanslag e.d. De isolerende gedeelten van de kabels moeten
▪
in goede staat verkeren.
Maak de accu schoon, droog en vrij van oxidatie e.d. en gebruik daarbij antistatische poetslappen.
▪
Leg geen gereedschap of andere metalen voorwerpen op de accu.
▪
▪
Verzeker u ervan dat het elektrolytpeil ongeveer 5-7 mm boven de spatbeschermers komt.
Controleer de temperatuur tijdens het opladen die niet boven de max. 45°C mag stijgen.
▪
Indien de machine met een automatisch bijvulsysteem uitgerust is moet u de gebruiksvoorschriften die in de
▪
gebruiksaanwijzing van de accu staan vermeld stipt opvolgen.
Gebruiks- en onderhoudshandleiding - Serie A12 JE A15 JE A17 JE A12 JED
bedieningspost werkzaam.
bedieningspost onwerkzaam.
A15 JED
).
2
Blz. 77