5.1.1. Rijden en sturen
Alvorens de machine op de een of andere manier te verplaatsen moet eerst nagegaan worden of er zich
geen personen in de buurt van de machine bevinden en moet er in ieder geval uiterst voorzichtig te werk
gegaan worden.
HET IS VERBODEN om met een omhoog staand platform te rijden als de wagen zich niet op een
ondergrond bevindt die vlak en stevig genoeg is en waar geen gaten en hobbels in zitten.
Om met de machine te kunnen gaan rijden moeten onderstaande handelingen op volgorde uitgevoerd worden:
a) Trap het pedaal "man aanwezig" ZF dat zich op het platform bevindt in; het feit dat het pedaal ingetrapt is wordt
gesignaleerd door de groene led ZA die continu gaat branden.
b) Bedien binnen 10 seconden nadat de groene led continu is gaan branden de proportionele bedieningshendel A en
duw de hendel naar voren om vooruit te rijden of naar achteren om achteruit te rijden.
De bediening van de rij- en stuurmanoeuvre kan gelijktijdig plaatsvinden maar is geblokkeerd ten opzichte
van de bediening van de manoeuvres van het platform (op/neer/draaien). Als het platform omlaag staat
(armen omlaag, telescopische arm ingeschoven, hulpgiek op een hoogte tussen de +10° en –70°) is de
mogelijkheid voorhanden om de rij-, stuur- en draaimanoeuvre van de bovenbouw gelijktijdig uit te voeren
zodat de machine op plaatsen waar weinig ruimte is opgesteld kan worden.
Als het platform omlaag staat (armen omlaag, telescopische arm ingeschoven, hulpgiek op een hoogte tussen de +10° en –
70°) kunnen er met de snelheidskeuzeschakelaar T verschillende rijsnelheden ingesteld worden.
Opmerking: Om de maximum rijsnelheid te bereiken moet u de snelheidskeuzeschakelaar (T) op stand (III) zetten en de
proportionele bedieningshendel (A) helemaal doorduwen.
Om tegen steile hellingen op te kunnen rijden (bijv. tijdens het laden van de machine in de laadbak van een vrachtwagen) moet
u de snelheidskeuzeschakelaar (T) op stand (II) of (III) zetten.
Om van steile hellingen af te kunnen rijden (bijv. tijdens het lossen van de machine uit de laadbak van een vrachtwagen) en om
de minimum snelheid te bereiken terwijl het platform omlaag staat moet u de snelheidskeuzeschakelaar (T) op stand (I) zetten.
Als het platform omhoog staat wordt automatisch de veiligheidsrijsnelheid ingesteld. De rijden kan alleen
geregeld worden met het platform omhoog als beide kantelbeveiligingssleden (pot-hole) in de volledig
neergelaten stand staan. Anders wordt de rijden met geheven platform geblokkeerd en wordt de toestand
aan de bediener gesignaleerd door het oplichten van de rode led ZD (zonder activering van het akoestisch
alarm).
Om te sturen moet u op de knoppen V / Z die op de proportionele rijbedieningshendel aangebracht zijn drukken (als u op de
rechterknop drukt dan wordt de stuurbeweging naar rechts verkregen en omgekeerd). Ook de bediening van de stuurinrichting
wordt vrijgegeven door het pedaal "man aanwezig" en is dus alleen mogelijk als de groene led ZA continu brandt.
Gebruiks- en onderhoudshandleiding - Serie A12 JE A15 JE A17 JE A12 JED
LET OP!!
A15 JED
Blz. 37