7.2.3.1 Biologisch afbreekbare hydraulsiche olie (Optie)
De machines kunnen op verzoek uitgerust worden met milieuvriendelijke biologisch afbreekbare olie. Deze olie is geheel
synthetisch, bevat geen zink, vervuilt niet, met grote efficiëntie op basis van verzadigde esters, gecombineerd met speciale
additieven. De machines die van deze olie zijn voorzien, gebruiken dezelfde componenten van de standaard machines, maar
het gebruik van dit type van olie zou moeten beschouwd worden vanaf de constructie van de machine.
Indien moet overgeschakeld worden van hydraulische olie op minerale basis naar "bio" olie, moet het volgende gerespecteerd
worden.
7.2.3.2 Leegmaken
Laat de hydraulische olie helemaal uit de installatie stromen (oliereservoir, cilinders, grote leidingen).
7.2.3.3 Filters
Vervang de filters. Gebruik standaard filters zoals wordt voorzien door de constructeur.
7.2.3.4 Schoonmaken
Vul, na het leegmaken, de machine met de nominale hoeveelheid "bio" hydraulische olie.
Start de machine, en voer alle bewegingen van de machine, gedurende 30 minuten, uit aan lage snelheid.
Laat de vloeistof uit de installatie stromen (zie 7.2.3.2.).
Opgelet: wanneer de procedure van het schoonmaken wordt uitgevoerd, moet vermeden worden dat het hydraulische systeem
lucht aanzuigt.
7.2.3.5 Vullen
Vul het hydraulische circuit nadat het schoonmaken is uitgevoerd, voer de ontluchting uit en controleer het peil.
Het contact van de vloeistof met de hydraulische leidingen kan zwellingen veroorzaken.
Contact van de vloeistof met de huid kan irritaties veroorzaken.
Er wordt bovendien aanbevolen om geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen (vooral veiligheidsbril en
handschoenen).
7.2.3.6 Inwerkingstelling / controle
De "bio" olie heeft een regelmatig gedrag, maar moet toch gecontroleerd worden door een monster te nemen - aan vooraf
bepaalde intervallen - volgens de onderstaande tabel:
INTERVAL
1° CONTROLE NA
2° CONTROLE NA
3° CONTROLE NA
VOLGENDE CONTROLES
Op deze manier wordt de status van olie voortdurend gecontroleerd, en zal ze kunnen gebruikt worden tot de eigenschappen
vervallen. Gewoonlijk, wanneer geen vervuilende middelen aanwezig zijn, moet de olie niet ververst worden maar is het
voldoende om bij te vullen.
De oliemonsters (minstens 500ml) moeten genomen worden wanneer het systeem de bedrijfstemperatuur heeft bereikt.
Er wordt aanbevolen om meerdere en nieuwe flessen te gebruiken.
De monsters moeten naar de leverancier van de "bio" olie verzonden worden.
Contacteer voor meer informatie de plaatselijke verdeler.
Kopies van de testrapporten moeten verplicht in het controleregister bewaard worden.
Gebruiks- en onderhoudshandleiding - Serie A12 JE A15 JE A17 JE A12 JED
NORMAAL GEBRUIK
50 BEDRIJFSUREN
500 BEDRIJFSUREN
1000 BEDRIJFSUREN
1000 UREN OF 1 BEDRIJFSJAAR
A15 JED
INTENS GEBRUIK
50 BEDRIJFSUREN
250 BEDRIJFSUREN
500 BEDRIJFSUREN
500 UREN OF 1 BEDRIJFSJAAR
Blz. 62