7.2.12. Controle van de werking van de microschakelaars MPT1-MPT2 voor A12 JE – A12 JED – A15
JE – A15 JED
Als een van de volgende armen opgeheven/uitgeschoven
wordt:
Pantograaf.
▪
Bovenste arm.
▪
▪
Telescopische arm.
Een of meer microschakelaars M1A, M1B, M1E worden
ingeschakeld en als gevolg daarvan stelt een automatisch
bedieningselement de kantelbeveiligingen in werking,
waarvan de volledig omlaag gezette stand gecontroleerd
wordt door de microschakelaars MPT1 en MPT2.
Controleer één keer per jaar de werking van de
microschakelaars MPT1-MPT2.
De functies van de microschakelaars MPT1-MPT2 zijn de
volgende:
Als het platform niet in de ruststand staat (ten minste
▪
één van de microschakelaars M1A-M1B-M1E is
ingeschakeld) als allebei de kantelbeveiligingen volledig
naar beneden gegaan zijn, zijn de microschakelaars
MPT1-MPT2 "vrij" en wordt de rijbeweging op de
veiligheidssnelheid toegestaan. Als een of beide
microschakelaars
ingeschakeld gebleven zijn dan betekent dit dat een of
beide kantelbeveiligingen ("pot-holes") niet in de juiste
stand staan en dan wordt de rijbeweging (als het
platform opgeheven is) verhinderd; de alarmtoestand
wordt aan de bediener gesignaleerd doordat het rode
gevarenlampje op het platform gaat branden.
Als het platform in de ruststand staat (alle
▪
microschakelaars M1A-M1B-M1E "vrij") wordt er geen
rekening
gehouden
microschakelaars MPT1-MPT2.
Gebruiks- en onderhoudshandleiding - Serie A12 JE A15 JE A17 JE A12 JED
MPT1-MPT2
daarentegen
met
de
staat
van
de
A15 JED
Afb.29
Blz. 74