7.2.11. Controle van de werking van de microschakelaars M1
De hefarmen worden gecontroleerd door de volgende
microschakelaars:
M1A op de pantograaf.
▪
▪
M1B op de arm.
M1C op de hulpgiek.
▪
▪
M1E op het telescopische uitschuifelement.
M1S op het telescopische uitschuifelement (alleen
▪
A17 JE met draaibare hulpgiek).
Controleer één keer per jaar de werking van de
microschakelaars M1.
De functies van de microschakelaars M1A-M1B-M1E zijn
de volgende:
Als het platform niet in de ruststand staat (ten
minste één van de microschakelaars M1A-M1B-
M1E is ingeschakeld):
Wordt
de
veiligheidsrijsnelheid
▪
ingeschakeld.
Worden de kantelbeveiligingssleden ("pot-hole")
▪
geactiveerd.
▪
Of als de wagen schuiner staat dan de max.
toegestane hellingshoek de bediening van de hef-
en rijmanoeuvre verhinderd wordt.
Of de bediening van het corrigeren van de
▪
nivellering van het platform verhinderd wordt.
▪
Of als het platform overbelast is ALLE manoeuvres
verhinderd
worden
opgeheven wordt.
De functie van de microschakelaar M1S (alleen A17 JE
met draaibare hulpgiek) is als volgt:
Als het telescopische schuifdeel de laatste 250 mm
▪
van de uitschuifbare lengte bereikt, is bediening van
de rijbeweging niet mogelijk.
De functies van de microschakelaar M1C op de hulpgiek
zijn ontwikkeld om het laden/lossen van de machine van
de oprijplateaus van een voertuig te vergemakkelijken en
zijn de volgende:
Als de arm in de ruststand staat (microschakelaars
▪
M1A-M1B-M1E niet ingeschakeld) en als de
hulpgiek schuiner staat dan +10° ten opzichte van
de horizontale lijn (M1C ingeschakeld):
▪
Wordt automatisch de derde rijsnelheid geblokkeerd.
Als de wagen schuiner staat dan de max. toegestane hellingshoek blijft de bediening van de hefmanoeuvre van de
▪
hulpgiek en de rijmanoeuvre mogelijk.
Gebruiks- en onderhoudshandleiding - Serie A12 JE A15 JE A17 JE A12 JED
automatisch
totdat
de
overbelasting
M1C
A15 JED
Afb.28
Blz. 73
M1E
+
M1S
M1B
M1A