SYSTEEMFOUT #208
CONTROLEER OP
BLOKKADE VAN KLEP.
SCHAKEL MACHINE UIT
EN HERSTART. SERVICE
MACHINE WANNEER
PROBLEEM AANHOUDT.
SYSTEEMFOUT #209
CONTROLEER OP
BLOKKADE VAN
LUCHTINLAAT. LAAT
TOESTEL KOELEN.
SERVICE MACHINE
WANNEER PROBLEEM
AANHOUDT.
SYSTEEMFOUT #210
SCHAKEL MACHINE UIT
EN HERSTART. SERVICE
MACHINE WANNEER
PROBLEEM AANHOUDT.
Klepstoring.
Functiestoring
kleppositiesensor.
Printed circuit board is
oververhit.
Interne computerstoring.
20
Hoofdstuk 3: Alarmen En Probleemoplossing
Controleer of de klep niet is geblokkeerd.
Start het systeem opnieuw en probeer het nogmaals.
Zet het systeem uit en laat het repareren als de storing
aanhoudt.
LET OP:
Houd bij het openen van het deurtje de patiëntlijn
dichtgeklemd, om onbeheerste vloeistofdoorstroming te
voorkomen.
Verzeker u ervan dat de ventilatieopeningen aan de
onderkant van het apparaat niet zijn geblokkeerd.
Wacht tot het systeem het probleem zelf oplost. Op de
display verschijnt het infusiescherm weer als de fout is
opgelost.
Druk op DEMPEN om het alarm te dempen.
Zet het systeem uit en laat het repareren als de storing
aanhoudt.
Herstart het systeem en laat het repareren als de
storing aanhoudt.
LET OP:
Houd bij het openen van het deurtje de patiëntlijn
dichtgeklemd, om onbeheerste vloeistofdoorstroming te
voorkomen.